Escaperoom - spijsverteringsstelsel

Deze afbeelding past bij...
A
Coeliakie (A)
B
De ziekte van Crohn (B)
C
Colitis Ulcerosa (C)
D
Maagkanker (D)
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Deze afbeelding past bij...
A
Coeliakie (A)
B
De ziekte van Crohn (B)
C
Colitis Ulcerosa (C)
D
Maagkanker (D)

Slide 1 - Quiz

Wat is er aan de hand bij een peritonitis?
A
Een aandoening aan het maagslijmvlies
B
Een verstopping van de darmen
C
Een ontsteking van het buikvlies
D
Een lekkage van maagzuur

Slide 2 - Quiz

welke aandoening raakt alle lagen van de darm?
A
de ziekte van Crohn
B
colitus ulcerosa

Slide 3 - Quiz

Waar wordt een mechanische ileus NIET door veroorzaakt?
A
Invaginatie van de darm (d)
B
Peritonitis (e)
C
Steeldraai (f)
D
Verstopping door galstenen (g)

Slide 4 - Quiz

Wat is de meest voorkomende oorzaak van een peritonitis?
A
een appendicitis
B
Een volvolus
C
een orgaanperforatie
D
Een ulcus

Slide 5 - Quiz

Wat is een ulcus Pepticum?
A
Maagzweer (t)
B
Slokdarmzweer (u)
C
Dikke darm zweer (v)

Slide 6 - Quiz

Wat is diverticulitis?
A
uitstulpingen maagwand die ontsteken (i)
B
maagzweren (j)
C
slijm bij de ontlasting (k)
D
maagkrampen (l)

Slide 7 - Quiz

Bij een dynamische/paralytisch ileus is de oorzaak:
A
Prikkeling van de darmen
B
Steeldraai
C
Obstructie
D
Beklemde breuk

Slide 8 - Quiz

Geelzucht zien we als symptoom bij?
A
Maagzweer
B
Levercirrose
C
Blindedarmontsteking

Slide 9 - Quiz

Wat is gastritis?
A
andere naam voor maagzweer (q)
B
gat in de maagwand (r)
C
een gas in de maag (s)
D
ontsteking maagslijmvlies (t)

Slide 10 - Quiz

Een ileus kan ontstaan door:
A
Tumor
B
Stilliggen van de darmen na ok
C
Chronische bewegingsstoornis CIP
D
Alle antwoorden

Slide 11 - Quiz

Wanneer spreken we van een hoge ileus?
A
Obstructie zit in de dikke darm
B
Obstructie zit in dunne darm of 1e gedeelte dikke darm
C
Als de belemmering zich in de dunne darm bevindt
D
Als de obstructie in het duodenum zit

Slide 12 - Quiz

Indien nog enige passage van voedsel mogelijk is spreek je van een ...?
A
sub-ileus (i)
B
para-ileus (j)

Slide 13 - Quiz

Hoe wordt het prikkelbaredarmsyndroom (PDS)ook wel genoemd?
A
Spastisch colon
B
Stekende buikpijn
C
Obstipatie
D
Aambeien

Slide 14 - Quiz

Hoe ziet de behandeling van levercirrose er uit?
A
Vetrijk dieet met weinig koolhydraten en geen alcohol
B
Vetarm dieet met veel koolhydraten en geen alcohol
C
Vetarm dieet met veel koolhydraten en wel alcohol

Slide 15 - Quiz

Wat kan een oorzaak zijn van levercirrose?
A
Alcoholmisbruik (e)
B
Leverontsteking (f)
C
Drugsmisbruik (g)
D
Alle antwoorden zijn juist (h)

Slide 16 - Quiz

Bij levercirrose is de schade aan de lever onomkeerbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Geelzucht zien we als symptoom bij...
A
Maagzweer (o)
B
Levercirrose (p)
C
Blindedarmontsteking (q)

Slide 18 - Quiz

Wat is de meest voorkomende oorzaak van acute pancreatitis?
A
Idiopathisch
B
Galstenen
C
Medicijnen
D
Alcohol

Slide 19 - Quiz

Fistels zijn een complicatie bij:
A
colitis ulcerosa
B
ziekte van Crohn
C
ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Slide 20 - Quiz

Wat is een volvulus?
A
obstructie (p)
B
galstenen (q)
C
littekenweefsel (r)
D
draaiing in de darm (s)

Slide 21 - Quiz

Waardoor wordt chronische pancreatitis veroorzaakt?
A
Dit is genetisch bepaald.
B
Alcohol
C
Door afwijkingen in de bouw van de alvleesklier
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 22 - Quiz

Wat is een Hernia diafragmatica?
A
middengatbreuk
B
nekwervelblokkade
C
slokdarmbreuk
D
middenrifbreuk

Slide 23 - Quiz

Bij de SNAQ 65+ is in plaats van de BMI gekozen voor het meten van de:
A
Buikomvang
B
Bovenarmomtrek
C
Bovenbeenomvang

Slide 24 - Quiz

Wat kunnen oorzaken zijn van obstipatie?
A
↓ drinken, ↓ bewegen, mechanische druk op de darmen.
B
medicatie, ophouden ontlasting, ↓ laxeermiddelen, mechanische druk op de darmen.
C
↓ vezels, ↓ drinken, ↑ bewegen.
D
↑ laxeermiddelen, medicatie, bij aandrang meteen gaan ontlasten.

Slide 25 - Quiz

Meneer Jansen is 89 kilogram en is 1,76m lang. Wat is zijn BMI?
A
21,53 (c)
B
25,63 (d)
C
28,73 (a)
D
30,85 (b)

Slide 26 - Quiz