1V le verbe aller révision

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe vertaal je het werkwoord 'aller' in het Frans?

Slide 2 - Question ouverte

Leerdoel
Ik kan het werkwoord 'aller' (gaan) in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Slide 3 - Diapositive

aller
je vais
tu vas
il va
elle va
on va
nous allons
vous allez
ils vont
elles vont
gaan
ik ga
jij gaat
hij gaat
zij gaat
wij gaan, men gaat
wij gaan
jullie gaan, u gaat
zij gaan (m)
zij gaan (v)

Slide 4 - Diapositive

Kies de juiste vertaling:
... à Paris (jij gaat)
A
tu vas
B
tu va

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
... à l'école (ik ga)
A
elle va
B
je vais

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
... au cinéma (jullie gaan)
A
nous allons
B
vous allez

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vertaling in:
... au restaurant (zij gaan, v)

Slide 8 - Question ouverte

Vul de juiste vertaling in:
... en sixième (hij gaat)

Slide 9 - Question ouverte

Vul de juiste vertaling in:
... visiter notre soeur (wij gaan)

Slide 10 - Question ouverte

Vul de juiste vertaling in:
... en discothèque (zij gaan, m)

Slide 11 - Question ouverte

Leerdoel
Ik kan het werkwoord 'aller' (gaan) in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Kunnen jullie het rijtje van 'aller' opnoemen?

Slide 12 - Diapositive