Leesvaardigheid: tekstdoelen

Welkom!
Hopelijk hebben jullie een fijne vakantie gehad!
Pak je leesboek en ga 10 min. lezen 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Hopelijk hebben jullie een fijne vakantie gehad!
Pak je leesboek en ga 10 min. lezen 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen PTA - 17 nov
  • Ik kan de hoofdzaken benoemen bij teksten.
  • Ik kan de hoofdzaken scheiden van de bijzaken.
  • Ik kan de hoofdgedachte benoemen bij teksten.
  • Ik kan het doel van de tekst benoemen.
  • Ik kan bepalen voor welk publiek de tekst geschikt is.
  • Ik kan de soorten verbanden tussen zinnen en alinea’s herkennen, benoemen en uitleggen.
  • Ik kan signaalwoorden herkennen, benoemen en de betekenis ervan uitleggen.




Slide 2 - Diapositive

Welke tekstdoelen ken je nog?

Slide 3 - Question ouverte

Tekstdoelen
  • Informeren
  • Overtuigen
  • Activeren
  • Amuseren
  • Instrueren

Slide 4 - Diapositive

Informeren
  • Je leest feiten.
  • Er staat geen mening in.
  • Bijvoorbeeld: krantenbericht, schoolboek of een handleiding.

Slide 5 - Diapositive

Overtuigen
  • Je leest de mening van de schrijver.
  • Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.

Slide 6 - Diapositive

Activeren
  • Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan.
  • Bijvoorbeeld: advertentie, filmposter, reclame

Slide 7 - Diapositive

Amuseren
  • Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  • Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop.

Slide 8 - Diapositive

Instrueren
  • Een tekst die geschreven is om iets uit te leggen.
  • Bijvoorbeeld: recept, een stappenplan 

Slide 9 - Diapositive

Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 10 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 11 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een recept?
A
Informeren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Amuseren

Slide 12 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 13 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 14 - Quiz

Je krijgt een aantal teksten te zien (tekstsoorten).
Aan jou de vraag: welk tekstdoel hoort bij de tekst?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Welk tekstdoel past bij de tekst?
A
overtuigen
B
informeren
C
instrueren

Slide 17 - Quiz

Waar kun je dat aan zien?
A
aan de cijfers 1, 2, 3 enz.
B
aan de doe-woorden
C
aan de titel 'recept'

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Welk tekstdoel past bij de tekst?
A
overtuigen
B
informeren
C
instrueren

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Welk tekstdoel hoort bij de tekst?
A
instrueren
B
informeren
C
overtuigen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
instrueren

Slide 24 - Quiz