Roos van Leary

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Belevingsgerichte dagbesteding

Roos van Leary

Doelen

Je begrijpt wat de Roos van Leary inhoudt.

Je weet hoe je de Roos van Leary op werk kan inzetten.

Je begrijpt hoe je de afrondende opdracht moet maken. 

Is het gedrag van een ander te beïnvloeden? Zo ja, hoe doe je dit?

Je kunt gedrag van een ander beïnvloeden door je eigen gedrag aan te passen. Is dit waar of niet waar? Leg uit

Wat is de Roos van Leary?

Welk gedrag zou je beter kunnen laten zien in deze situatie?

Hoe vertel je dit haar en welke argumenten gebruik je?

Bekijk de eerste twee fragmenten en schrijf voor jezelf per fragment op welke gedrag uit de roos van leary te zien is en wat voor een gedrag dit oproept. 

Wat zag je bij
fragment 1:
Fragment 2:

Wanneer houd je gedrag in stand?

Wat is het nut van de Roos?

Hoe kun je dit meenemen op je werk?

Heeft er iemand een casus op het werk waar die tegen aan loopt?

Afrondende opdracht

Opdracht 1: hebben we gedaan in de les samen (verschillende doelgroepen/activiteiten op een rij gezet)

Opdracht 2: Hebben jullie een activiteitenplan gemaakt

Opdracht 3: Hebben jullie een sociogram gemaakt met daarin de groepsrollen die de clienten aannemen. (groepsrollen van Belbin)

Als laatste de afrondende opdracht nog

Afrondende opdracht

1. Begeleid twee cliënten op het gebied van dagbesteding

2. Je werkbegeleider gaat dit beoordelen (Via 'doen' knop)

- Je hebt aandacht voor de belevingswereld

- Je kijkt welke dagelijkse activiteiten deze cliënt doet en of ze afgestemd zijn op de mogelijkheden van de cliënt

- Je maakt voor iedere cliënt één activiteitenplan

- Je voert het activiteitenplan uit en motiveert de cliënt om deel te nemen

Vragen of opmerkingen over deze les