Breuken

• Rekenen
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 4

Breuken

Een breuk is ...

1. iets dat stuk is.
2. een deel van iets.
3. een geheel.
4. 20%

Als je iets in 2 gelijke delen verdeelt dan krijgt ieder....

de helft

een kwart

niks

te weinig

het geheel

Aan de slag!

groot vel papier

schaar

(kleur)potlood 

gom

Pak het grote vel papier

Verdeel deze in 2 gelijke stukken.

Duid ALLE juiste antwoorden aan:
Je hebt nu ...

1. de helft
2. 1/4
3. 1/2
4. 2/1

De helft / een halve is breukentaal

De helft is 1 deel van de 2 stukken.

Twee halve (stukken) is samen een heel. Kijk maar ... leg de stukken terug tegen elkaar.

Verdeel elk papier in de helft. Hoeveel stukken heb je nu in totaal?

1. 2
2. 4
3. 1
4. 8

Je hebt nu vier gelijke stukken.
Zo 1 stuk noem je ...

1. een half
2. 4
3. 1
4. een kwart

Noteer de juiste breuk die hier bij hoort:

Vouw alle vier de stukken nog een keer door midden. 

(Vouw iedere kwart nog een een keer door midden en knip deze delen.)

Je hebt nu 8 gelijke delen.

Pak eens een deel van de 8 stukken. Dit is ...

1. 8/1
2. 1/6
3. 1/8
4. 2/4

Hoe noem je het groene gedeelte?

1. een heel
2. een halve
3. een kwart
4. een achtste

Hoe noem je het groene gedeelte?

1. een heel
2. een halve
3. een kwart
4. een achtste

Hoe noem je het witte gedeelte?

1. een heel
2. een halve
3. een kwart
4. een achtste

Hoe noem je het deel dat
wordt weggehaald?

1. een heel
2. een halve
3. een kwart
4. een achtste

Ik eet 2 pizzapunten op. Hoeveelste deel heb ik opgegeten?

1. een achtste
2. twee achtste
3. drie achtste
4. vier achtste

Ik eet 4 pizzapunten op. Hoeveelste deel heb ik opgegeten?

1. drie achtste
2. vier achtste

Hoe noem je het groene deel?

1. een kwart
2. een halve

Hoe noem je het groene deel?

1. twee vierde
2. drie vierde
3. één vierde

Hoe vond je de leerstof ivm breuken gaan? Moeilijk of makkelijk?

Wat vond je moeilijk? Wat vond je makkelijk?