breukentaal (2)

• Rekenen
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 4

Breukentaal

lesdoel

Vandaag gaan we verder met breuken taal. 

We gaan herhalen en oefenen wat een heel, een helft, een kwart en een achtste is. 

Nog even herhalen!

Breuken

Een breuk is iets dat gebroken is.

Dat kan zijn:

We weten ook dat een getal kunnen breken.

kijk maar

Een gebroken getal noemen we een breuk.

Met gebroken getallen kun je rekenen.

Met gebroken getallen, dus breuken kun je:

Optellen

Aftrekken

Vermenigvuldigen

Delen

De vorige les hebben we een start gemaakt met het breken van getallen.

Pak je cirkels er maar bij

hele cirkel (zonder breuken)

De hele cirkel is gebroken in twee  helften.

Een helft noem je een tweede.

De hele cirkel is gebroken in vier gelijke stukken. Ieder stuk noem je een kwart. Een kwart noem je ook een vierde.

De hele cirkel is gebroken in acht gelijke stukken. Ieder stuk noem je een achtste. 

1

--

8

Laten we oefenen.

Hoe noem je het
groene gedeelte?

1. een heel
2. een halve
3. een kwart
4. een achtste

Hoe noem je het
groene gedeelte?

1. een heel
2. een halve
3. een kwart
4. een achtste

Hoe noem je het
witte gedeelte?

1. een heel
2. een halve
3. een kwart
4. een achtste

Hoe noem je het
gedeelte dat
wordt weggehaald?

1. een heel
2. een halve
3. een kwart
4. een achtste

Ik eet twee pizzapunten
op. Hoeveelste deel heb
ik opgegeten.

1. een achtste
2. twee achtste
3. drie achtste
4. vier achtste

Ik eet vier pizzapunten
op. Hoeveelste deel heb
ik opgegeten.

1. drie achtste
2. vier achtste

Hoe noem je het
groene gedeelte?

1. een vierde deel (een kwart)
2. twee vierde deel (een halve)

Hoe noem je het
groene gedeelte?

1. twee vierde deel
2. drie vierde deel

Hoe vind je het tot nu toe gaan. Vind je het moeilijk of makkelijk?

moeilijk

makkelijk

Kun je aangeven wat je moeilijk vindt en wat je makkelijk vindt?