H7.5 Samaritaanse vrouw (rwo)

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Zo maak je de LessonUp:
Lees elke pagina goed door,
bekijk de filmpjes aandachtig!

Zorg dat je zo weinig mogelijk gokt bij de vragen. 
Je krijgt ook van deze les een beoordeling. 

Slide 2 - Diapositive

Volgende week: Repetitie over deze 5 verhalen. 
Plusgroep: opdracht inleveren. Je mag de repetitie meedoen, hoogste cijfer telt.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is 'bekering'? (Poll)
A
je stopt met slechte dingen doen
B
je gaat weer van God houden
C
je vraagt vergeving voor je slechte daden
D
je gaat bij Jezus horen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Welk beroep had Zacheüs?
A
Wetgeleerde
B
Soldaat
C
Belastinginner (tollenaar)
D
Priester

Slide 7 - Quiz

Waarom werd Zacheüs door de mensen buitengesloten?
A
Omdat hij teveel belasting vroeg
B
Omdat hij geld in zijn eigen zak stak
C
Omdat de mensen een hekel hadden aan tollenaren
D
Alle drie zijn waar

Slide 8 - Quiz

Wat mankeerde Bartimeus voordat Jezus hem genas?
A
Hij was kreupel
B
Hij had een demon
C
Hij was blind
D
Hij zat onder de zweren

Slide 9 - Quiz

Bartimeüs noemt Jezus 'zoon van David'. Wat betekent dat?
A
David was koning, Jezus dus ook
B
de familie van David is belangrijk
C
Jezus kan hem genezen
D
het betekent niet iets bijzonders

Slide 10 - Quiz

Waardoor wordt Bartimeüs weer ziende?
A
Jezus geneest iedereen
B
omdat hij gelooft dat Jezus de koning is
C
omdat hij een groot geloof heeft
D
het heeft niets met geloven te maken

Slide 11 - Quiz

Jezus bevrijdt iemand van een ‘legioen’ aan boze geesten. Deze boze geesten vragen hem:
A
Ze vragen of ze in een kudde varkens mogen gaan.
B
Ze vragen of Jezus weg wil gaan.
C
Ze vragen of Jezus hen wil terugsturen naar de hel.
D
Ze vragen of ze bij Jezus mogen horen.

Slide 12 - Quiz

Waaraan was te merken dat Legioen niet meer bezeten was?
A
Hij kon weer praten
B
Hij had weer kleren aan
C
Hij kon weer in een huis wonen
D
Alle drie zijn waar

Slide 13 - Quiz

Hoe oud was het dochtertje van Jaïrus?
A
8
B
10
C
12
D
14

Slide 14 - Quiz

Hoe reageerden de mensen toen Jezus zei dat het dochtertje van Jaïrus sliep, en niet dood was?
A
Ze waren verbaasd
B
Ze lachten Jezus uit
C
Ze werden boos
D
Ze huilden alleen maar harder

Slide 15 - Quiz

Welke bewering is WAAR
over het koninkrijk van God?
A
het heeft een onzichtbare koning
B
het heeft nog geen grondgebied
C
het heeft wel burgers
D
alle drie zijn waar

Slide 16 - Quiz

Wat wil Jezus laten zien met zijn wonderen? (poll)
A
Bij het Koninkrijk van God past geen ziekte of pijn.
B
Van God mag je wonderen verwachten.
C
Je kunt Jezus altijd vertrouwen.
D
Jezus is echt de zoon van God

Slide 17 - Quiz

Nadat we het filmpje bekeken hebben ga je zelfstandig verder werken. 
Open daarvoor in LessonUp de gedeelde les. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Lees het verhaal van Jezus en de vrouw bij de put (WB p. 11, 12)

Slide 22 - Diapositive

Wat is NIET waar over Samaritanen?
A
Zij werden niet als echte Joden gezien
B
Zij hadden een andere mening over de tempel
C
Zij waren achtergebleven toen Israël in ballingschap ging
D
Zij zagen net als de Joden de Tenach als Woord van God.

Slide 23 - Quiz

Midden op de dag is het warm en dus niet echt weer om met een zware waterkruik te lopen.

Waarom zou de vrouw dan toch nu naar de put gaan?
A
Ze was vanochtend niet zo lekker, daarom komt ze nu
B
Ze heeft onverwachts meer water nodig
C
Ze heeft gehoord dat Jezus daar is en wil hem graag ontmoeten
D
Ze is bang voor de andere vrouwen die over haar roddelen

Slide 24 - Quiz

Messias, wat betekent dat?
Jezus zegt tegen de vrouw dat hij de Messias is. 
Messias is een Hebreeuws woord dat 'gezalfde' betekent.
Koning David was bijvoorbeeld door Samuel tot koning gezalfd.
De zalving betekent dat je door God bent aangewezen.
'De Messias' was de titel voor de redder die God zou sturen.

Het woord 'gezalfde' is in het Grieks 'Christus'.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Jezus zegt tegen de vrouw:
ik kan jou 'levend water' geven.
Wat denk je dat Jezus daarmee bedoelt?

Slide 28 - Question ouverte

Waarom mag Jezus niet met de vrouw praten volgens de regels?
A
Omdat ze een Samaritaan is
B
Omdat haar man er niet bij is
C
Omdat ze een slechte reputatie heeft
D
Dit zijn allemaal redenen

Slide 29 - Quiz

Wat beloofde Jezus aan de Samaritaanse vrouw?
A
Eeuwig leven
B
Levend water
C
opnieuw mogen beginnen
D
alle drie zijn waar

Slide 30 - Quiz

Wat betekent het woord: Messias
(of: Christus)?
A
Koning
B
Redder
C
Gezalfde
D
Jezus

Slide 31 - Quiz

Wat is volgens jou de betekenis van het verhaal over de vrouw bij de bron?

Slide 32 - Question ouverte

In de afgelopen 5 lessen heb je kennisgemaakt met 5 verschillende ontmoetingen die Jezus had.

Leg in minimaal 3 zinnen uit wat al deze verhalen met elkaar te maken hebben.

Slide 33 - Question ouverte

Maak opdracht 10a en b (LB p. 107, WB p. 15) 
Vul de spreuk in op de laatste dia.
Volgende week: Repetitie over de 5 verhalen. Succes! Mw. Van der Wolf

Slide 34 - Diapositive

Wat is de spreuk? (LB p. 108)

Slide 35 - Question ouverte