Woordenschat vaste voorzetsels

Wat gaan we doen?
- Nieuws: wat gebeurt er in de wereld/Nederland/je eigen woonplaats?
- Uitleg vaste voorzetsels
- Werken aan Taalblokken pagina 9 t/m 18
- Kahootquiz
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
- Nieuws: wat gebeurt er in de wereld/Nederland/je eigen woonplaats?
- Uitleg vaste voorzetsels
- Werken aan Taalblokken pagina 9 t/m 18
- Kahootquiz

Slide 1 - Diapositive

Mededelingen
Sander: morgenochtend examen Schrijven 9:00 uur
Jakke en Marijn: inschrijven voor examen Schrijven

Spreken en Gesprekken bufferweek 4 - 4 juli
Mike, Djowy, Daan, Max, Sander, Collin, Jakke, Marijn

Planning tot zomervakantie: Starttaal Online afronden, Burgerschap inhalen, spreekexamens voorbereiden, overige examens Nederlands voorbereiden

Slide 2 - Diapositive

Welk woord ontbreekt?

Slide 3 - Diapositive

Het kindje vraagt .... een snoepje.

Slide 4 - Question ouverte

Ik kijk .... het schilderij.

Slide 5 - Question ouverte

Of we een dagje uitgaan hangt af .... het weer.

Slide 6 - Question ouverte

De docent is alert .... studenten die afkijken.

Slide 7 - Question ouverte

Hij is immuun .... die medicijnen.

Slide 8 - Question ouverte

De advocaat pleit .... een lagere straf.

Slide 9 - Question ouverte

Vaste voorzetsels
Sommige werkwoorden hebben altijd hetzelfde voorzetsel voor of achter zich: een vast voorzetsel
Voorbeeld:
iets combineren met elkaar
iemand herinneren aan een afspraak
teleurgesteld zijn in iemand

Slide 10 - Diapositive

Uitdrukkingen met een werkwoord

Slide 11 - Diapositive

Oefenen
1. Omcirkel de voorzetsels.
2. Vul de ontbrekende voorzetsels in.
3. Wat is de betekenis van de onderstreepte woorden?
Welke voorzetsels ontbreken op de stipjes?

Slide 12 - Diapositive

Hij is goed in prioriteiten ............ .
A
bedenken
B
maken
C
stellen
D
houden

Slide 13 - Quiz

De uitvinder ............ octrooi aan.
A
vraagt
B
maakt
C
geeft
D
kijkt

Slide 14 - Quiz

Hij ............ beschaamd na die domme opmerking.
A
doet
B
wil
C
gaat
D
is

Slide 15 - Quiz

Voordat je je diploma krijgt, moet je wel competent ............ .
A
zijn
B
hebben
C
doen
D
kopen

Slide 16 - Quiz

Met welke hobby's ............ je affiniteit?
A
doe
B
ga
C
heb
D
word

Slide 17 - Quiz

Op de werkvloer is het belangrijk dat je initiatief ............ .
A
neemt
B
hebt
C
blijft
D
toont

Slide 18 - Quiz

De politieke partij ............ campagne voor de verkiezingen.
A
organiseert
B
wordt
C
D
voert

Slide 19 - Quiz

Zelfstandig werken
- Taalblokken
- Bouwstenen 2F hoofdstuk 3, lezen en luisteren(digitaal)
of werken aan lezen en luisteren pagina 9 t/m 18 (boek) 

Slide 20 - Diapositive