oefen toets 1 thema 2 - voortplanting

oefen toets 1
thema 2 - Voortplanting 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

oefen toets 1
thema 2 - Voortplanting 

Slide 1 - Diapositive

In welk onderdeel worden zaadcellen gemaakt?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 2 - Quiz

Wat is hier het zaadblaasje?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 3 - Quiz

Wat is S?
A
De prostaat
B
De Teelbal
C
De Bijbal
D
De urineblaas

Slide 4 - Quiz

Welke letter is
De Baarmoeder?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 5 - Quiz

Waar vindt meiose plaats?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 6 - Quiz

Hoe heet Q?

A
Eileider
B
Eierstok
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 7 - Quiz

Welk nummer is de plek waar eicellen liggen opgeslagen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Via welke buis verlaat sperma het lichaam?
A
Urinebuis
B
Zaadbuis
C
Zaadleider

Slide 9 - Quiz

Welk onderdeel van het voortplantingsstelsel van de vrouw maakt geslachtshormonen?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Hypofyse

Slide 10 - Quiz

Maarten zegt dat de eierstokken onder invloed van hormonen uit de hypofyse eicellen laten rijpen.
Guido zegt dat alle onrijpe eicellen al vanaf de geboorte bij een vrouw aanwezig zijn.
WIE HEEFT GELIJK?

Slide 11 - Question ouverte

Wie is het grootst: eicel of zaadcel?
Waarom?
A
Zaadcel. Zo kan hij sneller bewegen.
B
Zaadcel. Hij bevat reservevoedsel.
C
Eicel. Zo kan zij sneller bewegen.
D
Eicel. Zij bevat reservevoedsel

Slide 12 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 1 van de menstruatiecyclus?
A
Je bent vruchtbaar
B
Je bent ongesteld
C
Je hebt de eisprong
D
Er gebeurt niks op dag 1

Slide 13 - Quiz

Waarom wordt het baarmoederslijmvlies dikker tijdens de menstruatiecyclus?

Slide 14 - Question ouverte

Wat gebeurt er op dag 14 van de menstruatiecyclus?
A
Je bent vruchtbaar
B
Je bent ongesteld
C
Je hebt de eisprong
D
Er gebeurt niks bijzonders op dag 14

Slide 15 - Quiz

Welk nummer is de ovulatie?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je het overblijfsel van de follikel na de eisprong?
A
Ovulatie
B
Eierstok
C
Gele lichaam
D
Lege Lichaam

Slide 17 - Quiz

In welke periode is een vrouw vruchtbaar

Slide 18 - Question ouverte

Meiose of Mitose?
Eicellen en zaadcellen ontstaan.
A
Meiose
B
Mitose

Slide 19 - Quiz

Meiose of Mitose?
Vindt overal in het lichaam plaats.
A
Meiose
B
Mitose

Slide 20 - Quiz

Meiose of Mitose?
Het aantal chromosomen wordt gehalveerd!
A
Meiose
B
Mitose

Slide 21 - Quiz

Juist of Onjuist?
Als je zwanger bent, heb je elke maand nog steeds een ovulatie en menstruatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz