Oefenopgave Mavo 2 H2

Oefenopgave Mavo 2 H2
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefenopgave Mavo 2 H2

Slide 1 - Diapositive

Jolein gaat zelfstandig wonen en stelt een begroting op voor de maand juni.
De verwachte inkomsten zijn € 1.900 en haar verwachte uitgaven zijn € 1.830
Heeft Jolein een tekort of een overschot op haar begroting?
A
Tekort
B
Overschot
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 2 - Quiz

Jolein gaat zelfstandig wonen en stelt een begroting op voor de maand juni.
De verwachte inkomsten zijn € 1.900 en haar verwachte uitgaven zijn € 1.830
Bereken hoeveel procent het overschot is van haar uitgaven.
A
3,7%
B
3,8%
C
96,3%
D
103,8%

Slide 3 - Quiz

Vaste lasten
Huishoudelijke uitgaven
Incidentele uitgaven
Je koopt tandpasta
Je betaalt het abonnement van de krant
Je boekt de zomervakantie naar Aruba

Slide 4 - Question de remorquage

Mo heeft een bijbaantje.
Hij verdient per week € 67,80.
Bereken het bedrag dat Mo per maand verdient.
A
€ 293,80
B
€ 15,65
C
€ 271,20
D
weet ik niet

Slide 5 - Quiz

Karel leent € 5.000
Hij betaalt dit bedrag terug in 27 termijnen van € 210.
Bereken de kosten van deze lening.
A
€ 210
B
€ 670
C
€ 5.210
D
€ 5.670

Slide 6 - Quiz

Rekenmiddel
Spaarmiddel
Ruilmiddel
Je zet € 200 apart om een telefoon te kopen
Je bezoekt een paar winkels om de prijzen van tv's te vergelijken
Je rekent een hamburger af in de McDonalds

Slide 7 - Question de remorquage

Salomon krijgt € 6700 voor zijn 18e verjaardag.
Hij spaart dit bedrag vier jaar. . Hij ontvangt 4,3% rente.
Bereken het bedrag dat op zijn spaarrekening staat na vier jaar.
A
€ 288,10
B
€ 1.152,40
C
€ 6.988,10
D
€ 7.852.40

Slide 8 - Quiz

Henk betaalt per maand € 80,00 contributie aan de dartclub.
Bereken de contributie per week
A
€ 346,66
B
€ 346,67
C
€ 18,46
D
€ 20

Slide 9 - Quiz

Maandtermijn
Rente
Aflossing
Bedrag dat je elke maand aan de bank moet betalen als je geld hebt geleend
Terugbetalen van een deel van het geleende geld
Vergoeding aan de bank omdat je hun geld mag gebruiken

Slide 10 - Question de remorquage

Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor de rente
Je spaart omdat je over twee jaar een scooter wilt kopen
Je spaart omdat je meer geld wilt hebben
VJe spaart omdat je bang dat de wasmachine en de auto binnenkort kapot gaan

Slide 11 - Question de remorquage

Joep leent € 6.000
De kosten van de lening zijn € 916
Bereken hoeveel procent de kosten van de lening zijn.
A
15,2%
B
15,3%
C
65,5%
D
65,6%

Slide 12 - Quiz

Jur leent van een vriend € 2.579,00.
Na een jaar betaald hij de vriend 3.900,90 terug.
Bereken hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag.
Rond je antwoord af op één decimaal.

A
51,2%
B
51,3%
C
66,1%
D
66,2%

Slide 13 - Quiz