Avoir - seprésenter

se présenter+avoir+ werkwoorden op -er
C
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

se présenter+avoir+ werkwoorden op -er
C

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent "tu as"?
A
zij hebben
B
hij heeft
C
jij hebt
D
ik heb

Slide 3 - Quiz

Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben

Slide 4 - Quiz

Hoe vertaal je "men heeft" in het Frans ?
timer
1:00
A
ils ont
B
nous avons
C
j'ai
D
on a

Slide 5 - Quiz

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

manger (je)
A
manges
B
mange
C
mangeres
D
mangere

Slide 10 - Quiz

danser (ils)
A
danse
B
danses
C
dansez
D
dansent

Slide 11 - Quiz

elle (manger)
A
mange
B
manges
C
mangent

Slide 12 - Quiz

Let op:
werkwoorden op -er: zoek altijd eerst de stam! = -er
staat er 1 meisjesnaam dan kies je ELLE
staat er 1 jongensnaam dan kies je IL
staan er 2 meisjesnamen dan kies je ELLES
staan er 2 jongensnamen dan kies je ILS

Slide 13 - Diapositive