H7 samenvatting

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

De overheid

Leerdoel

Aan het einde van de les:

Weet je de belangrijkste leerstof van H7

De overheden

Het Rijk	Centrale overheid
De provincie	-indeling grondgebied -infrastructuur
Waterschap	Beheren het water in hun gebied
Gemeente

Lagere overheden

Sociale zekerheid

Collectieve sector =

overheid en sociale zekerheidinstellingen

• geen winstdoel

Particuliere sector =

bedrijven en burgers

• winstdoel

Collectieve en particuliere sector

Staatschuld

Een begrotingstekort = toename staatsschuld

Een begrotingsoverschot = afname staatschuld

De overheid bestaat uit?

1. Den Haag
2. De koning en ministers
3. Burgemeesters & Wethouders
4. Het Rijk, Provincies en gemeenten

En de overheid is...

1. De particuliere sector
2. De collectieve sector

De sociale zekerheid wordt betaald van de ...

1. belastinginkomsten en sociale premies.
2. sociale premies.
3. belastinginkomsten.
4. btw.

Waarom privatiseert de overheid sommige activiteiten?

1. Omdat ze dan minder te hoeven regelen.
2. Omdat het niet haalbaar is om de activiteit in overheidshanden te houden.
3. Omdat ze dan hopen dat de consumentenprijzen omlaag gaan.
4. Alledrie de antwoorden zijn goed.

Wat is een nadeel van de marktwerking in de zorg?

1. Er komt meer concurrentie.
2. De zorgpremies stijgen.
3. De kwaliteit wordt minder.
4. Er komen grotere ziekenhuizen.

De staatschuld kan worden afgelost als er jaarlijks spraken is van een begrotingsoverschot.

1. Juist
2. Onjuist

Wat kan de overheid doen bij een begrotingstekort?

1. Uitgaven verlagen (bezuinigen)
2. Inkomsten laten stijgen (hogere belastingen)
3. Geld lenen
4. Zorgen voor meer handel

Wat is een subsidie?

1. een prijsverlaging door de markt
2. een financiële steun door de overheid
3. een financiële bonus uitgereikt door de overheid
4. een prijsverlaging door de overheid

Innovatie

1. Het succesvol introduceren van nieuwe producten of productieprocessen
2. Een ander woord voor investeren
3. Goedkopere oude kapitaal goederen aanschaffen
4. De prijs van geld

Wie staat aan het hoofd van een waterschap?

1. Burgemeester
2. Commissaris van de koning
3. Dijkgraaf
4. Minister-president

Wanneer de overheid aflost op de staatsschuld. Wat voor gevolgen heeft dat op de rentekosten op de staatsschuld

1. Deze worden hoger
2. Deze blijven gelijk
3. Deze worden lager