Terugkoppeling 8.1 Hoe verloren vorsten hun macht?
Nederland wordt bestuurd door de koning
A
Waar
B
Niet waar
1 / 11
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Nederland wordt bestuurd door de koning
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quiz
Welke 3 standen waren er in de samenleving tijdens de tijd van pruiken en revoluties?
Slide 2 - Question ouverte
Welke plicht hadden burgers?
A
Naar de kerk gaan
B
Paardrijden
C
Belasting betalen
D
Stemmen
Slide 3 - Quiz
Nederland is een rechtstaat, dat houdt in dat........
A
Iedereen zich aan alle wetten moet houden
B
Je bij fouten voor de rechtbank moet komen
C
Nederland staat recht op de kaart
D
Nederland een Eerste en Tweede Kamer heeft
Slide 4 - Quiz
De scheiding tussen kerk en staat is......
A
De kerk mag niet meer geld eisen van de mensen van de staat
B
De staat bepaalt niet meer welk geloof de kerk mag hebben
C
De kerk bemoeit zich niet met de regels van de staat
Slide 5 - Quiz
Wat staat er in de grondwet?
A
Belangrijkste rechten en plichten
B
Wie de minister wordt elk jaar
C
Met wie er gehandeld wordt
D
Dat de koning de macht heeft
Slide 6 - Quiz
Maak de juiste combinaties
Bevolkingsgroep met eigen rechten en plichten
Iets wat je moet
Land waarin iedereen zich aan de wet moet houden
Regeringsvorm waarbij de koning de macht heeft
Monarchie
Plicht
Rechtstaat
Stand
Slide 7 - Question de remorquage
De Franse Revolutie begon in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795
Slide 8 - Quiz
Wat was géén ideaal van de Franse Revolutie?
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Rijkdom
D
Broederschap
Slide 9 - Quiz
Wat was een reden voor de Franse Revolutie
A
De koning zorgde dat het land arm werd
B
De belastingen stegen voor de boeren & burgerij
C
Er was jaren lang een slechte oogst
D
Alle drie zijn juist
Slide 10 - Quiz
Waarmee eindigde de Franse Revolutie?
A
Napoleon greep de macht
B
Napoleon won een oorlog voor Frankrijk
C
De koning kwam weer aan de macht
