Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nederlands!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
In deze les:
SO Woordenlijst 2
Huiswerk bespreken: 4.2 B
Terugblik: functies van de inleiding van een tekst (Kahoot!)
Uitleg: verwijswoorden
Zelfstandig maken: 4.3 Verwijswoorden B. Deel 1: Verwijswoorden
C. Deel 2: Keuzetekst 'Ben & Jerry’s wil ijs maken met wiet-stofje'
Bespreken: 4.3 B
Terugkijken
Doelen van deze les:
1. Je kunt aan het einde van de les uitleggen wat verwijswoorden zijn;
2. Je kunt aan het einde van de les uitleggen hoe je verwijswoorden vindt in een tekst;
3. Je kunt aan het einde van de les uitleggen waar een verwijswoord naar verwijst.
Slide 5 - Diapositive
Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen
Slide 6 - Diapositive
Functies van de inleiding van een tekst
De volgende functies van de inleiding zijn mogelijk:
voorbeeld en vraag
aanleiding noemen
onderwerp noemen
Slide 7 - Diapositive
4.3 Verwijswoorden
Slide 8 - Diapositive
Wat zijn verwijswoorden?
Verwijswoorden verwijzen naar één of meerdere woorden in dezelfde zin, de zin ervoor of erna. Zo worden niet steeds dezelfde woorden herhaald en wordt de tekst makkelijker leesbaar.
Slide 9 - Diapositive
voorbeelden van verwijswoorden
Slide 10 - Diapositive
voorbeelden van verwijswoorden
Slide 11 - Diapositive
Verwijswoorden opgesplitst
Meestal is een verwijswoord één woord, bijvoorbeeld hier, daar, hij of dit. Maar soms zijn het samengestelde woorden die uit elkaar staan.
Voorbeelden hiervan zijn: daar...mee, hier...over en er...in: