Koopkracht laatste les

Gemiddelde loonstijging van 3%. Wat heb je nog nodig vóórdat je kunt zeggen of iemand er op vooruit is gegaan? 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Gemiddelde loonstijging van 3%. Wat heb je nog nodig vóórdat je kunt zeggen of iemand er op vooruit is gegaan? 

Slide 1 - Diapositive

L E E R D O E L E N 
1. Berekening consumentenprijsindexcijfer.
2. Berekening reële verandering. 

- herhaling, belangrijk onderdeel! - 

Slide 2 - Diapositive

P R O G R A M M A
Uitwerking opdracht 7.13

Check! 

Herhalingsvragen + inleveren

Slide 3 - Diapositive

€100 + 2% rente. 
Hoeveel heb je dan? 
€100 + 2/100 x 100 = €102

Slide 4 - Diapositive

€100 + 2% rente. 
Hoeveel heb je dan? 
€100 + 2/100 x 100 = €102
Oftewel, 1 x €100 + 0,02 x €100 = 1,02 x €100 

Slide 5 - Diapositive

Groeifactor 
= 1 + rentepercentage / 100
+ 4% -> 1 + 4/100 -> 1,04
-4% -> 1 - 4/100 -> 0,96

Slide 6 - Diapositive

Uitleg 7.13, bladzijde 58
Indexcijfer begin 2013: 100 
a) Indexcijfer eind 2015: 100 x 1,03 x 1,027 x 1,019 = 107,79
b) €12.000 x 1,03 x 1,03 x 1,03 = €13.112,72
Oftewel: €12.000 x 1,03^3 = €13.112,72
c) indexcijfer = verslagjaar / basisjaar x 100 = 
€13.112,72 / €12.000 x 100 = 109,27
d) RIC = NIC / PIC x 100 = 109,27 / 107,79 x 100 = 101,37 -> toename 1,37%

Slide 7 - Diapositive

Uitleg 7.13, bladzijde 58
e) Reële rentepercentage 2013, 2014, 2015
RIC = NIC / PIC x 100
NIC is voor ieder jaar hier 103.
PIC 2013 = 103
PIC 2014 = 102,7
PIC 2015 = 101,9
Invullen in formule geeft uitwerking.

Slide 8 - Diapositive

Bereken het consumentenprijsindexcijfer.
(Raadpleeg eventueel p. 55)

Slide 9 - Diapositive

Het consumentenprijsindexcijfer is ... (afronden op twee decimalen)

Slide 10 - Question ouverte

CPI = (28 x 104 + 24 x 99 + 17 x 102,5 + 9 x 105 + 22 x 101) / 100 = 101,98

Slide 11 - Diapositive

Welk jaar is het basisjaar?

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent CPI 106,16 in 2019?

Slide 13 - Question ouverte

De prijzen zijn in april 2021 met 1,9% gestegen ten opzichte van april 2020. Stel dat 2020 het basisjaar is (=100), wat is dan het prijsindexcijfer in 2021?
A
1,9
B
101,9
C
98,1
D
101,9%

Slide 14 - Quiz

De prijzen zijn in april 2021 met 1,9% gestegen ten opzichte van april 2020. Stel dat in april 2020 het prijsindexcijfer 112 was, wat is dan het prijsindexcijfer in april 2021? (Rond af op twee decimalen.)

Slide 15 - Question ouverte

Aan de slag!
Wat? zie opdracht in Teams / stencil
Hoe? Zelfstandig. 
Vragen? Kom naar voren. / Typ je vraag in de chat.
Uitkomst? Inleveren via Teams, huiswerkregistratie van déze les. 'Ik weet het niet' en '?' wordt niet geaccepteerd. 
Klaar? Leren voor proefwerk. 


timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Ik moet thuis nog extra oefenen met ...
(kaartjes worden niet omgedraaid)

Slide 17 - Question ouverte