Parkeerweek 2 Parkeerweekdictee 2 werkwoorden

Werkwoorden vervoegen
tegenwoordige tijd & verleden tijd 
&
voltooid deelwoord
&
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
&
tegenwoordig deelwoord
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden vervoegen
tegenwoordige tijd & verleden tijd 
&
voltooid deelwoord
&
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
&
tegenwoordig deelwoord

Slide 1 - Diapositive

tegenwoordige tijd        
ik-vorm   klap
hij-vorm  klapt
wij-vorm klappen



tegenwoordig deelwoord
Al klappend liep de man over straat.



verleden tijd
ik/hij klapte

wij klappen

voltooid deelwoord
Ik heb geklapt
bijvoeglijk voltooid deelwoord
De geklapte handen

Slide 2 - Diapositive


Het tegenwoordig deelwoord geeft aan hoe iets gedaan wordt.

Je schrijft achter het hele werkwoord een -d.

Slide 3 - Diapositive

Wat is het tegenwoordig deelwoord van
DENKEN

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het tegenwoordig deelwoord van
LOPEN

Slide 5 - Question ouverte

hij bad
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 6 - Quiz

Zet in de verleden tijd.
Wat gebeurt er met de klank?
SLAPEN
A
de klank verandert
B
de klank blijft gelijk

Slide 7 - Quiz

Voltooid deelwoord:

halen

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van reizen?

Slide 9 - Question ouverte

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


VERBREDEN
De ..... weg.

Slide 10 - Question ouverte

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


De man heeft zijn hand verbrand.
De ............ hand.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd tijd?
vebranden - Hij ...

Slide 12 - Question ouverte

Snel .... de kinderen zich aan
(kleden, verleden tijd)

Slide 13 - Question ouverte

Verleden Tijd
Ik ........ het goede antwoord.
(raden)

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de tegenwoordige tijd?
vebranden - Hij ...

Slide 15 - Question ouverte

aan het werk
 
Parkeerweek 2
Parkeerweekdictee 2 werkwoorden
eerst doet juf het voor

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien