Pluriforme samenleving hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2 Pluriforme samenleving
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 Pluriforme samenleving

Slide 1 - Diapositive

Korte herhaling vorige week
  • Wanneer ben je een 'autochtoon'?
  • Wanneer ben je een 'allochtoon'?
  • Welke 4 kenmerken heeft de Nederlandse pluriforme samenleving?
    De volgende vragen gaan hierover:


Slide 2 - Diapositive


Is Koning Willem Alexander een autochtoon?
A
Ja, hij is in Nederland geboren
B
Nee, zijn vader is Duits dus is hij allochtoon
C
Ja, hij spreekt vloeiend Nederlands
D
Nee, zijn vrouw wel

Slide 3 - Quiz



Wanneer ben je allochtoon?
A
als je een andere huidskleur hebt
B
als je buiten Europa geboren bent
C
als jij of één van je ouders buiten Nederland geboren is
D
als je in Nederland geboren bent

Slide 4 - Quiz



Het woord Pluriform betekent:
A
veel talen
B
veel landen
C
veel mensen
D
veelkleurig

Slide 5 - Quiz


Kenmerken van een pluriforme samenleving zijn:
A
Er is één dominante cultuur en veel subculturen
B
Er is maar één godsdienst toegestaan
C
subculturen zijn verboden

Slide 6 - Quiz


De nederlandse taal hoort bij:
A
de nederlandse etnische cultuur
B
de nederlandse subcultuur
C
de dominante duitse cultuur
D
de dominante nederlandse cultuur

Slide 7 - Quiz

Lees blz 60 in je boek, ik stuur ook een foto van blz. 60 via It's Learning

Slide 8 - Diapositive

Reden 1: Werk
-Gastarbeiders na de Tweede Wereldoorlog.
-Tegenwoordig alleen toestemming voor mensen uit landen uit de EU.

-Zijn er uitzonderingen?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Waarom kwamen er gastarbeiders naar Nederland rond 1970?
A
Omdat er een tekort was aan personeel
B
Omdat zij op de vlucht waren

Slide 11 - Quiz

Waarom noemen we deze mensen Gastarbeiders
A
Omdat ze hier in hotels verbleven
B
omdat wij ze niet betaalden, alleen hun hotel
C
omdat we een uitwisseling met hen hadden
D
Omdat ze hier te gast waren

Slide 12 - Quiz

Reden 2: Vluchten

-Om welke redenen vluchten mensen?

-Bescherming staat voorop.

Slide 13 - Diapositive

4

Slide 14 - Vidéo

00:24
In welke plaats in deze video komen de vluchtelingen aan?
A
Madrid in Spanje
B
Cadiz, kust van Spanje
C
Lesbos, Griekenland
D
Mallorca, kust van Spanje

Slide 15 - Quiz

01:15

Wanneer mag je blijven in Europa?
A
als je werk hebt in Europa
B
als je een paspoort bij je hebt
C
als het echt onveilig is in je eigen land
D
als je hier meer geld kan verdienen

Slide 16 - Quiz

02:06
Hoe willen de regeringsleiders voorkomen dat er vluchtelingen naar Europa komen?
A
strengere paspoortcontroles
B
zorgen voor veiligere thuislanden
C
geld beloven als ze terug gaan
D
de bootjes terug sturen

Slide 17 - Quiz

02:06
Wat zou voor jou een reden zijn om te vluchten?

Slide 18 - Question ouverte

Reden 3: kolonies

-Vroeger ging het om handel.
-Na zelfstandigheid van kolonies komen veel mensen naar Nederland.

Slide 19 - Diapositive

2

Slide 20 - Vidéo

00:16
Welke landen waren onze koloniën?
A
Suriname, Indonesië, en de Nederlandse Antillen
B
Italië, Spanje en Egypte
C
Turkije en Marocco
D
China, Frankrijk en Mexico

Slide 21 - Quiz

01:23
Om welk land werd door ons leger 4 jaar lang gevochten?
A
Zuid Afrika
B
Indonesië
C
België
D
China

Slide 22 - Quiz

Reden 4: Gezin
-Gezinshereniging en gezinsvorming.

-Voorwaarden

Slide 23 - Diapositive

1

Slide 24 - Vidéo

00:38

hoe noem je het als gezinnen weer herenigd worden?
A
land hereniging
B
familie bijeenkomst
C
gezinshereniging
D
gastgezinnen

Slide 25 - Quiz

Welke 4 redenen zijn er om te verhuizen naar een ander land?

Slide 26 - Question ouverte

maken: kies zelf uit
  • opdrachten in je boek
  • op de app van Essener
  • inloggen op themas.online
    (inloggen met Aeres Ede)

Slide 27 - Diapositive