4..1 en 4.2 zien en horen

De vorige les...
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De vorige les...

Slide 1 - Diapositive

Welke zenuwcel is nu welke?
Bewegins-
zenuwcel
Schakelcel
Gevoels-
zenuwcel

Slide 2 - Question de remorquage

1
2
3
4
5
6
7
8
Zintuig -> impuls
Koud water prikkel
Bewustwording
bewegingszenuw

gevoelszenuw
Zenuwen in ruggenmerg
Impuls vanaf hersenen
Impuls naar hersenen

Slide 3 - Question de remorquage

  1. Zintuig
  2. Gevoelszenuwcel
  3. Schakelzenuwcel
  4. Hersenen
  5. Schakelzenuwcel
  6. Bewegingszenuwcel
  7. Spier trekt samen

Slide 4 - Diapositive

Pupilreflex
Licht valt door de pupil.

De pupil regelt hoeveel licht op het netvlies valt

Veel licht: Kringspieren trekken samen > pupil wordt kleiner
Weinig licht: Lengtespieren trekken samen > pupil wordt groter




Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Was dit een bewuste beweging of een reflex (onbewuste beweging)?
A
Bewuste beweging
B
Reflex

Slide 7 - Quiz

Waarnemen &
Zien en horen

Slide 8 - Diapositive

Het Oor

Slide 9 - Diapositive

Doel van de les

  • Je kunt uitleggen waar je staafjes en kegeltjes voor dienen
  • Je kunt uitleggen hoe accomoderen werkt
  • Je kunt uitleggen wat bij- en verziendheid is
  • Je weet wat de pupilreflex is

Slide 10 - Diapositive

Doel van de les
Je kunt de volgende onderdelen van het oor op een afbeelding herkennen EN je kunt er de functie van noemen:
  • oorschelp 
  • gehoorgang 
  • trommelvlies 
  • trommelholte/middenoor 
  • buis van Eustachius 
  • gehoorbeentjes: hamer, aambeeld, stijgbeugel 
  • slakkenhuis met zintuigcellen 
  • gehoorzenuw 
  • evenwichtsorgaan

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
oogzenuw
lens
Hoornvlies

Slide 13 - Question de remorquage

Opbouw oog
  • Buitenaanzicht
Lees de tekst in het boek, hier staan de onderdelen en taken van het oog beschreven  

(blz 109)

Slide 14 - Diapositive

Opbouw oog
  • Binnenkant oog
  • lees in de tekst wat de taken van de onderdelen zijn
(blz 110 en 111)

Slide 15 - Diapositive

verdeling staafjes en kegeltjes

Slide 16 - Diapositive

Kleuren zie je met:
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Accomoderen

Slide 20 - Diapositive

Om dichtbij goed te kunnen zien is de accomodatiespier:
A
Samengetrokken met slappe lensbandjes
B
Samengetrokken met strakke lensbandjes
C
Ontspannen met slappe lensbandjes
D
Onstpannen met strakke lensbandjes

Slide 21 - Quiz

Bril nodig?
Verziend? 
Dichtbij onscherp, bolle lens +

Bijziend?
Veraf onscherp, holle lens -

Slide 22 - Diapositive

Je bent verziend als de oogbol:
A
Te kort is
B
Te lang is

Slide 23 - Quiz

het netvlies van een oog zit
A
aan de voorkant van het oog
B
in het midden van het oog
C
aan de binnenkant aan de achterkant van het oog
D
loopt van het oog naar de hersenen

Slide 24 - Quiz

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 25 - Quiz

Waar dient het vaatvlies voor?
A
Zicht
B
Voeding voor het oog
C
Stevigheid
D
Bescherming

Slide 26 - Quiz

Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog?
A
Netvlies
B
Kringspiertje en lengtespiertjes in de iris
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 27 - Quiz

De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Het oog kan de lens niet boller krijgen, dus de persoon ziet een object dichtbij niet scherp. Hoe noemen we dit?
A
Een lui oog
B
Een dun oog
C
Een bijziend oog
D
Een verziend oog

Slide 29 - Quiz

In je oog gaat het licht achtereenvolgens door:
A
Pupil - hoornvlies - lens - glasachtig lichaam - netvlies
B
Hoornvlies - lens - pupil - glasachtig lichaam - netvlies
C
Hoornvlies - pupil - lens - glasachtig lichaam - netvlies
D
Hoornvlies - pupil - lens - netvlies - glasachtig lichaam

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Vidéo

Het oor: de weg van het geluid

Slide 32 - Diapositive

Trommelvlies
  • Door luchtdruk staat het trommelvlies hol of bol
  • De buis van eustachius kan de druk veranderen

  • Gehoorbeschadiging bij hoge geluidsdruk

Slide 33 - Diapositive

Het oor:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 34 - Question de remorquage

Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan zorgt ervoor dat je weet wat boven, onder, links en rechts is.
Lees de tekst op blz 115 voor de werking van het orgaan.

Slide 35 - Diapositive

Wat is de functie van het oor?
A
Trillingen omzetten in geluid
B
Seintjes doorgeven naar het andere oor

Slide 36 - Quiz

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang

Slide 37 - Quiz

In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies

Slide 38 - Quiz

Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
trommelholte
D
trilhaartjes in het slakkenhuis

Slide 39 - Quiz

Hoe heten de onderdelen van het evenwichtsorgaan die gevuld zijn met vloeistof?
A
gehoorbeentjes
B
zintuigcellen
C
halve cirkelvormige kanalen
D
evenwichtszenuw

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Vidéo

Opdracht proefwerkvraag
  1. In tweetallen, fluisterend
  2. Kies 1 van de leerdoelen uit de kennen- en kunnenlijst uit paragraaf 4.4
  3. Schrijf 1 tot 5 begrippen op die bij dat leerdoel passen op in je schrift
  4. Bedenk een meerkeuzevraag die op het proefwerk zou kunnen komen! 
  5. Geef er 4 multiple choice antwoorden bij (waarvan 1 goed antwoord)
  6. Zet de vraag samen met de antwoorden op een A4 formaat papier en lever het na de les bij mij in, zet ook jullie namen erop
  7. Hier hebben jullie 15 minuten voor
  8. Wellicht gebruiken we hem wel op het GPW ;)

Slide 42 - Diapositive