15. 5 nov: recensie bespreken + framing (H9)

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo4D

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek, laptop

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Communiceren doe je samen 2
Welkom havo4D

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek, laptop

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
  • PTO-lesstof
  • Nieuwe lesstof: framing
  • Aan de slag
Vandaag woensdag 6 november

Slide 2 - Diapositive

Planning periode 1:

Communicatie
2 Onderwerp en hoofdgedachte
3 Tekstsoorten
4 Inleiding, kern en slot
(5 Tekststructuur)
6 Alinea's en verbanden
8 Bronnenonderzoek



Taal
9 Framing

Literatuur
Literair werk lezen
Stijlfiguren pg. 158-159


In PTO 1 geef je antwoorden bij een leestekst én schrijf je een boekopdracht. 

Slide 3 - Diapositive

Framing (taal H9)

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Ik weet wat framing is en op welke manieren je frames kunt creëren.
  2. Ik kan bij een gegeven voorbeeld (tekst of afbeelding) uitleggen wat het frame is en waarom.
  3. Ik kan zelf een frame bedenken. 


Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

Wat gebeurt er in de video?

Slide 7 - Question ouverte

Chips ‘65 procent vetvrij’ 
Chips die ‘65 procent vetvrij’ is

Slide 8 - Diapositive

Deze chips lijken:

Slide 9 - Carte mentale

In deze light frisdrank zit 20% minder suiker dan in andere frisdranken.

Slide 10 - Diapositive

Deze frisdranken lijken:

Slide 11 - Carte mentale

Middelvinger?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Framing: wat is het?
  • Jullie zagen net voorbeelden van framing
  • Maar wat is framing dan precies?

Slide 13 - Diapositive

Wat is framing?
‘Taalgebruik dat iemands interpretatie een bepaalde richting opstuurt.’

Het gebruikmaken van woorden waarmee je positieve of negatieve associaties kunt oproepen bij je luisteraar.

Slide 14 - Diapositive

Framing: een geheimzinnige taaltruc?
  •  Taal en beelden worden gebruikt om emoties en wereldbeelden op te roepen.  
  •  Het gaat om beïnvloeden en zelfs misleiden. Dus om het publiek eenvoudig te overtuigen van een boodschap.
  •  Een goed frame (beeld) bevat een compleet verhaal dat met enkele woorden geactiveerd wordt.

Slide 15 - Diapositive

Framing
In het Engels betekent framing er inluizen.
Manipulatief?
Negatief?

>>>
Voorbeelden



Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Er wordt veel gebruik van gemaakt in de
  • Polititiek
  • Journalistiek(nieuws)
  • Reclame
  • Sociale media
  • (Literatuur)

Slide 18 - Diapositive

Framing: andere voorbeelden
Zien we school of werk als ‘slavernij’ of ‘zelf-ontplooiing’?
Zien we een leerling als ‘lastig geval’ of als ‘nieuwsgierig’? 
Noemen we vegetarisch eten ‘bewust plantaardig voeden’  of ‘konijnenvoer’?

Slide 19 - Diapositive

Frame herhalen maakt het frame sterker. 

Frame ontkennen werkt niet. 
Denk niet aan een roze olifant. 

Wat helpt wel? Ander frame ertegenover zetten. 

Slide 20 - Diapositive

Framing door beeldspraak en stijlfiguren

  • vergelijking (a met b vergelijken): je kamer lijkt een zwijnenstal.
  • hyperbool (overdrijven): ik heb eeuwen staan te wachten.
  • eufemisme (iets verzachten): werkzoekend i.p.v. werkloos
  • neologisme (nieuw woord): curlingouders
  • vals dilemma (twee alternatieven voorgesteld alsof het de enige opties zijn): Bush in 2001: You are either with us or with the terrorists.

Slide 21 - Diapositive

Oefenen!

Slide 22 - Diapositive

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Hij huilde een zwembad vol tranen.
A
eufemisme
B
neologisme
C
vals dilemma
D
hyperbool

Slide 23 - Quiz

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Mijn hondje is gisteren ingeslapen.
A
neologisme
B
eufemisme
C
vals dilemma
D
hyperbool

Slide 24 - Quiz

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

De kinderen van curlingouders zijn minder goed voorbereid op de arbeidsmarkt.
A
eufemisme
B
neologisme
C
vals dilemma
D
vergelijking

Slide 25 - Quiz

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Het duurde tien jaar voordat je me eindelijk eens terugbelde.
A
eufemisme
B
vals dilemma
C
hyperbool
D
vergelijking

Slide 26 - Quiz

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Voed je kinderen strengt op, dan worden ze gefrustreerde kinderen. Voed je ze in vrijheid op, dan worden het brutale kinderen.
A
neologisme
B
vals dilemma
C
eufemisme
D
vergelijking

Slide 27 - Quiz

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Deze klas lijkt wel een dierentuin.
A
neologisme
B
vals dilemma
C
hyperbool
D
vergelijking

Slide 28 - Quiz

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

Er hangen onaangename geurtjes in de kleedkamer.
A
neologisme
B
vals dilemma
C
eufemisme
D
vergelijking

Slide 29 - Quiz

Waarvan zie je hier een voorbeeld?

De leden van de havermelkelite zijn milieubewust bezig.
A
neologisme
B
vals dilemma
C
hyperbool
D
vergelijking

Slide 30 - Quiz


Maak opdracht 1 t/m 4, 7 en 9 (blz. 24). 

Kom je er thuis niet uit? Gebruik het Handboek pagina 42-45.


Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 
We bespreken de antwoorden in de volgende les.

Slide 31 - Diapositive

Maak opdracht 1 t/m 4 en 6 (pg 24)

Slide 32 - Diapositive

Tekst bij opdracht 7 .
Deze tekst vind je in het handboek op pagina 44.

Slide 33 - Diapositive

Begrippen uit deze les
  • Framing
  • vergelijking 
  • hyperbool
  • eufemisme 
  • neologisme 
  • vals dilemma


Slide 34 - Diapositive

Framing:

- bij bedrijven 
NS: sprinter i.p.v. stoptrein, extra reistijd i.p.v. vertraging
- in de politiek
villasubsidie 
- in de journalistiek
- in het dagelijks leven

Slide 35 - Diapositive