8.1 bloed

8.1 Bloed
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

8.1 Bloed

Slide 1 - Diapositive

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst op blz. 91



timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 8.1
- Je kunt de vorm, functie en plaats van vorming van rode bloedcellen (met hemoglobine), witte bloedcellen en bloedplaatjes beschrijven. 





BI/K/9 (6)

Slide 3 - Diapositive

Waaruit bestaat bloed?
  • Bloedplasma 
  • Bloedcellen

Bloedcellen zijn:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 4 - Diapositive

Bloedplasma
Bevat opgeloste stoffen die door het bloed vervoerd moeten worden. 

Voorbeelden: voedingsstoffen, medicijnen, hormonen, afvalstoffen

Slide 5 - Diapositive

Bloedcellen/ bloeddeeltjes
Bloedcellen worden gemaakt in het rode beenmerg

Bloedcellen ontstaat uit stamcellen

Stamcellen zijn nog niet gespecialiseerde cellen die dus nog elke soort cel kunnen worden.

Slide 6 - Diapositive

Rode bloedcellen
Worden gemaakt in het rode beenmerg in de pijpbeenderen.

Vervoeren zuurstof door middel van hemoglobine



Slide 7 - Diapositive

Heemgroep = molecuul met o.a. een ijzeratoom

Slide 8 - Diapositive

Witte bloedcellen
Bestrijden lichaamsvreemde stoffen zoals ziekteverwekkers. 

Enige bloedcel met een celkern en dus DNA. 
Witte bloedcellen (6) onder de microscoop.

Slide 9 - Diapositive

Bloedplaatjes
Betrokken bij de bloedstolling. 

Knappen open bij een wondje waardoor het stollingseiwit fibrine vrijkomt. 
Fibrine vormt vervolgens fibrinedraden. Rode bloedcellen blijven hangen in dit netwerk waardoor een korstje ontstaat. 

Slide 10 - Diapositive

Startopdracht:
Pak je boek en laptop en log in op de LessonUp



Slide 11 - Diapositive

Hoe noemen we de gelige vloeistof in het bloed?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 13 - Question ouverte

Zuurstof kan vervoert worden door middel van.....
A
Bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen
C
Hemoglobine
D
Bloedplasma

Slide 14 - Quiz

Op welke 2 manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?

Slide 15 - Question ouverte

Welk woord hoort bij "bloedplaatjes"?
A
Zuurstof
B
Bloedstolling
C
Antistoffen
D
Hemoglobine

Slide 16 - Quiz

Waar worden nieuwe bloedcellen gemaakt?

Slide 17 - Question ouverte

Glucose, vitaminen, hormonen, koolstofdioxide en andere stoffen, worden vervoerd door.....

Slide 18 - Question ouverte

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.1
Maken: opdr. 4 t/m 12, 15, 17 t/m 20, 23, 25 t/m 27

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna lezen 8.2 en maken opdr. 5, 6, 8 en 9

timer
8:00

Slide 19 - Diapositive

8.1 Les 2

Slide 20 - Diapositive

Startopdracht:
Bekijk de schematische tekening van een beeld door de microscoop. 

Geef de namen van bloedcellen
P, Q en R en noteer de functie erachter.

Klaar? Lees blz. 99.




timer
4:00

Slide 21 - Diapositive

 Bloedplasma
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zitten zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.

  • Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 22 - Diapositive

Zuurstof
Zuurstof word gebonden aan de hemoglobine.

Deze word vervoerd en bij de juiste cellen losgelaten 

Slide 23 - Diapositive

Leerdoelen 8.1 deel 2
- Je kunt beschrijven wat er door inspanning in je lichaam veranderd.

Slide 24 - Diapositive

Verandering bij inspanning
Tijdens het sporten werken allerlei organen sneller.

Hiervoor is meer energie nodig.

Om meer energie te krijgen is er meer verbranding nodig.

Slide 25 - Diapositive

Verbranding
Schematisch
glucose + zuurstof/O2 -> energie + koolstofdioxide/CO2 + water

Slide 26 - Diapositive

Meer glucose
Tijdens het sporten gaat het glucosegehalte in het bloed omlaag.

Aanvullen vanuit de 'reserves' genaamd glycogeen (in de lever en spieren).

Adrenaline & Glucagon zetten het glycogeen om in glucose.

Slide 27 - Diapositive

Meer zuurstof
Zuurstof vul je aan door tijdens het sporten sneller te ademen.

Ook je hart gaat sneller kloppen, waardoor je bloed sneller gaat stromen.

Als het bloed sneller stroomt, krijgen de spieren sneller meer zuurstof.

Slide 28 - Diapositive

Meer afvalstoffen afvoeren
Meer verbranding betekent ook meer afvalstoffen, zoals koolstofdioxide.

Doordat je hart sneller klopt, vervoert het bloed meer koolstofdioxide van de spieren terug naar de longen.

De koolstofdioxide ademen we uit.

Slide 29 - Diapositive

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.1
Maken: planner

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting, oefenen begrippen via SlimStampen of oefenen op eindexamensite.nl

timer
8:00

Slide 30 - Diapositive