Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna lezen 8.2 en maken opdr. 5, 6, 8 en 9
timer
8:00
Slide 19 - Diapositive
8.1 Les 2
Slide 20 - Diapositive
Startopdracht:
Bekijk de schematische tekening van een beeld door de microscoop.
Geef de namen van bloedcellen P, Q en R en noteer de functie erachter.
Klaar? Lees blz. 99.
timer
4:00
Slide 21 - Diapositive
Bloedplasma
Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
De stoffen zitten zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.
Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)
Slide 22 - Diapositive
Zuurstof
Zuurstof word gebonden aan de hemoglobine.
Deze word vervoerd en bij de juiste cellen losgelaten
Slide 23 - Diapositive
Leerdoelen 8.1 deel 2
- Je kunt beschrijven wat er door inspanning in je lichaam veranderd.
Slide 24 - Diapositive
Verandering bij inspanning
Tijdens het sporten werken allerlei organen sneller.
Hiervoor is meer energie nodig.
Om meer energie te krijgen is er meer verbranding nodig.
Slide 25 - Diapositive
Verbranding
Schematisch
glucose + zuurstof/O2 -> energie + koolstofdioxide/CO2 + water
Slide 26 - Diapositive
Meer glucose
Tijdens het sporten gaat het glucosegehalte in het bloed omlaag.
Aanvullen vanuit de 'reserves' genaamd glycogeen (in de lever en spieren). Adrenaline & Glucagon zetten het glycogeen om in glucose.
Slide 27 - Diapositive
Meer zuurstof
Zuurstof vul je aan door tijdens het sporten sneller te ademen. Ook je hart gaat sneller kloppen, waardoor je bloed sneller gaat stromen. Als het bloed sneller stroomt, krijgen de spieren sneller meer zuurstof.
Slide 28 - Diapositive
Meer afvalstoffen afvoeren
Meer verbranding betekent ook meer afvalstoffen, zoals koolstofdioxide.
Doordat je hart sneller klopt, vervoert het bloed meer koolstofdioxide van de spieren terug naar de longen.
De koolstofdioxide ademen we uit.
Slide 29 - Diapositive
Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.1
Maken: planner
Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting, oefenen begrippen via SlimStampen of oefenen op eindexamensite.nl