Sterke werkwoorden (a/ä) (e/i/ie)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Sterke werkwoorden in het Duits

Sterke werkwoorden met een

-a- of een -e- in de stam

sterk werkwoord

Een sterk werkwoord krijgt in de verleden tijd een andere stamklinker.

Duits en Nederlands lijken zo veel op elkaar dat als het werkwoord in het Nederlands sterk is dat het dan in het Duits ook vaak sterk is.

Sterke werkwoorden (a/ä)

Bij de du-vorm en de er/sie/es-vorm verandert de -a die in de stam staat in een -ä

Sterke werkwooren (e/i/ie)

Bij de du-vorm en de er/sie/es-vorm verandert de lange klinker in een ie en de korte klinker in een i

let op er zijn uitzonderingen ;-(

Hij rijdt

1. er fahrt
2. er fährt

jij ziet

1. du siehst
2. du sehst

zij geeft

1. sie giebt
2. sie gebt
3. sie gibt

u leest

1. Sie liest
2. Sie lezen
3. Sie lehst
4. Sie Lesen

jullie hebben geleerd

1. sie haben gelernt
2. ihr haben gelert
3. sie hat gelernt
4. ihr habt gelernt

jij gaat naar huis
(gehen)

jij eet
(essen)

zij raadt
(raten)

het loopt
(laufen)

bij welke vorm wordt de a een ä

schrijf een paar sterke werkwoorden op in het Duits met een e in de stam

Maken

Hfst 6 oefening 7, 8 und 9 (heeft te maken met deze uitleg)