Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Deel 3 - Hoeveel?
Deel 3 - Hoeveel?
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Okan
Secundair onderwijs
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
160 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Deel 3 - Hoeveel?
Slide 1 - Diapositive
bladzijde 54, oefening 1
Stel zelf een vraag.
De vraag begint met 'hoeveel ...'
Wie moet antwoorden?
Bijvoorbeeld: 'Hoeveel stoelen zijn er in de klas?'
'Hoeveel mensen zijn er nu in onze klas?'
...
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
bladzijde 55, oefening 2
Welk getal hoor je?
A of B?
Steek het kaartje met A of B in de lucht.
Slide 4 - Diapositive
bladzijde 55, oefening 3
Luister naar de zinnen.
Welk getal hoor je?
A, B, C of D?
Steek het kaartje met A, B, C of D in de lucht.
Slide 5 - Diapositive
BINGO!
Iedereen krijgt een papier met andere getallen.
Iemand neemt een kaart en
roept het getal.
Als dat getal op je blad staat, doorstreep je het.
Als al je getallen doorstreept zijn, roep je BINGO!
Slide 6 - Diapositive
tellen met bal
We staan in een kring.
Je zegt 'één' en gooit de bal naar iemand.
De volgende persoon zegt 'twee' en gooit de bal naar iemand.
Zo tellen we verder ...
Slide 7 - Diapositive
Spel: samen tot tien tellen
1. We tellen samen in koor tot tien.
2. Sta recht.
Sluit je ogen.
Er mag maar één persoon spreken. We tellen tot tien.
Als twee personen spreken, beginnen we opnieuw
Slide 8 - Diapositive
Tekenen met getallen
A zegt een reeks getallen.
B verbindt de getallen die A zegt.
Welke tekening krijg je?
Daarna wisselen we.
Slide 9 - Diapositive
bladzijde 56, oefening 4
€ 0,05 = vijf cent
€ 0,50 = vijftig cent = een halve euro
€ 1 = een euro
€ 5 = vijf euro
€ 2,25 = twee euro vijfentwintig
Slide 10 - Diapositive
bladzijde 56, oefening 4
Per twee:
A: Welk product kost zesennegentig euro?
B. De ring kost zesennegentig euro.
Slide 11 - Diapositive
bladzijde 56, oefening 4
We wandelen door de klas.
A: Hoeveel kost de cd?
B. De cd kost achttien euro.
Slide 12 - Diapositive
bladzijde 57, oefening 5
Hoeveel kost het?
Schrijf de prijs op die je hoort.
Slide 13 - Diapositive
bladzijde 297, 298
A neemt blz. 297, B neemt blz. 298.
- Hoeveel kost de/ het ...?
- De/het ... kost ... euro.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
bladzijde 58, oefening 7
1. Waarover gaat dit artikel? = Wat is het thema van dit artikel?
A. Over de prijzen van de Lotto.
B. Over de getallen van de Lotto.
2. Wat is jouw geluksgetal?
= Wat is jouw lievelingsgetal?
= Wat is jouw favoriete getal?
Slide 16 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
S1L3: Getallen tot 1000
Février 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
LOM rekenen met geld
Septembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Rekenen
Lager onderwijs
Tg 7 L15: Bewerkingen: meten en metend rekenen: toepassingen met lengte, inhoud, gewicht, geldwaarde
Mai 2020
- Leçon avec
10 diapositives
Wiskunde
Lager onderwijs
Getallenleer Max 1B
Novembre 2022
- Leçon avec
49 diapositives
Wiskunde
Buitengewoon secundair onderwijs
De euro - Teruggeven
Décembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Rekenen
Lager onderwijs
Wiskunde - aftrekkingen tot 1000
Octobre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Wiskunde
Lager onderwijs
Vraagstukken oplossen met vergelijkingen
Février 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Wiskunde
Secundair onderwijs
Deel 5 - Wanneer verjaar jij?
Novembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Okan
Secundair onderwijs