5.3 Leerwerk overhoring
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Basisbehoeften
Géén basisbehoeften
Eten en drinken
Gamen
Onderdak
Gezondheidszorg
Sporten
Onderwijs
Mooie kleding
Huishouden
Social Media
Slide 2 - Question de remorquage
Slide 3 - Diapositive
Welvaart
Welzijn
BNP/ hoofd
Koopkracht
Verdeling beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
VN ontwikkelingsindex
Slide 4 - Question de remorquage
Geld
Leefomstandigheden
Welvaart heeft alles te maken met...
Welzijn heeft alles te maken met...
Slide 5 - Question de remorquage
Pull factoren
Welvaart
Welzijn
BNP
Geld
Armoede
Gezondheid
Veiligheid
Blij zijn
Slide 6 - Question de remorquage
Koppel de ontwikkelingskenmerken aan de juiste zinnen.
Ondervoeding
Analfabetisme
Onderwijs
Levensverwachting
Gezondheidszorg
bbp per hoofd
In Ethiopië hebben veel mensen niet genoeg te eten.
In Afrika kunnen veel mensen niet lezen en schrijven.
Wereldwijd gaan steeds meer meisjes naar school.
In België worden mensen gemiddeld 80 jaar.
Nederland staat wereldwijd tiende in de lijst ‘aantal artsen per 1.000 inwoners’.
In Bulgarije verdienen mensen gemiddeld 6.000 euro per jaar.
Slide 7 - Question de remorquage
Welvaart
Welzijn
BBP/hoofd
Beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
Koopkracht
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Diapositive
WAt is de afzetmarkt van een bedrijf?
A
Waar je de spullen verkoopt
B
Een markt waar je bedonderd wordt
C
Een bedrijf dat zich snel ontwikkelt
D
Een digitale markt
Slide 10 - Quiz
Wat is een afzetmarkt?
A
Een markt waar je mensen afzet
B
Een carpoolplek waar je mensen afzet
C
Het gebied waar een bedrijf zijn goederen verkoopt
D
Iemand die jou heeft afgezet
Slide 11 - Quiz
Een jonge bevolking is goed voor de afzetmarkt
A
nee, het is te duur om ze op te leiden
B
ja, ze hebben huizen en banen nodig
C
Nee, ze gaan jong dood
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Dienstensector
Informele sector
Slide 15 - Question de remorquage
1
2
3
4
A. Formele sector
B. Informele sector
Welvaart
Welzijn
Slide 16 - Question de remorquage
Wat betekent informele sector?
A
Officiële sector
B
Niet-officiële sector
