7.3

Nieren en uitscheiding
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nieren en uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Uitleg
5. Werktijd
6. Check

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doorbloeding van de lever
De lever is een sterk doorbloed orgaan. In tegenstelling tot andere organen is de lever aangesloten op DRIE grote bloedvaten. 

Welke bloedvaten zijn dit?
leverader
leverslagader
poortader

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Poortader
Leverslagader

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Dunne Darm
Lever
Leverslagader
Leverader
Dikke Darm
Poortader

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloed met alcohol gaat via de poortader naar de lever
De lever haalt alcohol uit het bloed
Alcohol komt in de dunne darm in het bloed terecht
Je drinkt een biertje
Bloed zonder alcohol verlaat de lever via de leverader

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 8 - Question de remorquage

toetsvraag 7,
vraag uit het boek 14a én komt overeen met leerdoel 5: Je weet welke bloedvaten naar de lever gaan én welk bloedvat er vanaf gaat. 
Leerdoelen
  • Je kunt de delen van de nieren en van de urinewegen noemen met hun functies en kenmerken

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieren
Ligging: bovenin de buikholte achter de lever en de maag

Functie: uitscheiding van overtollig water, afvalstoffen, ureum en schadelijke stoffen

 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen
  • Nierschors: Buitenste laag, vorming van urine
  • Niermerg: middelste laag, vorming van urine
  • Nierbekken: verzamelen urine

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen
  • Nierader: gezuiverde bloed gaat naar de onderste holle ader
  • Nierslagader: zuurstofrijkbloed stroomt van de aorta naar de nieren

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen de urineleider en de urinebuis?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen
  • Urineleider: afvoer van urine naar urineblaas
  • Urineblaas: tijdelijke opslag urine
  • Urinebuis: afvoer van urine naar buiten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstelling urine

Is wisselend: afhankelijk van de hoeveelheden van de stoffen in het inwendige milieu

Geen bacteriën: urine is steriel
 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bloed stroomt naar de nieren toe door de ...
A
nierslagader
B
poortader
C
nierader
D
onderste holle ader

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantekening
Nierbekken

Urineleider

Blaas (tijdelijke opslag)

Urinebuis

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke delen wordt de urine gevormd?
A
nierbekken en nierschors
B
niermerg en nierschors
C
nierbekken, niermerg en nierschors
D
of alleen de nierschors

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De functie van de nieren is uitscheiding. Wat scheiden de nieren uit?
A
alleen overtollig water
B
overtollig water en zouten
C
schadelijke stoffen
D
overtollig water en zouten, afvalstoffen en schadelijke stoffen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van het niermerg?
A
aanmaak rode bloedcellen
B
aanmaak witte bloedcellen
C
aanmaak urine
D
vorming van gal

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
niersader

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je veel hebt gedronken, maken de nieren veel / weinig urine aan
A
veel
B
weinig

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je al een tijdje dorst hebt, is de urine ... van kleur
A
licht
B
donker

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.
Slaat de urine tijdelijk op
Via deze buis verlaat urine het lichaam
Hier worden afvalstoffen uit het bloed gehaald.
Niermerg en nierschors
Urineleider
Urineblaas
Urinebuis

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Afvalstoffen volgen een weg door het lichaam. 
Zet de delen waar deze afvalstoffen langsgaan in de juiste volgorde. 
Zet het deel waar de afvalstoffen als eerste komen bovenaan. 
1
2
3
4
5
6
urine blaas
urine leider
Urine buis
nierslagader
aorta
nier

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk 7.3

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions