blok 4 week 4 herhaling

blok 4 week 4 herhaling
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

blok 4 week 4 herhaling

Slide 1 - Diapositive

woorden met
AU

Slide 2 - Carte mentale

woorden met OU

Slide 3 - Carte mentale

Welk woord is fout gespeld?
A
monniken
B
viezeriken
C
kievitten
D
dreumesen

Slide 4 - Quiz

Welke categorie hoort bij dit woord?

Slide 5 - Question ouverte

Welke woorden met
onbeklemtoond meervoud
ken je?

Slide 6 - Carte mentale

vier boterhammen - kaas en ham - in een apparaat (met lidwoord)

Slide 7 - Question ouverte

land - in Afrika - piramides

Slide 8 - Question ouverte

piepkleine beestjes - door een microscoop te zien - van sommige word je ziek

Slide 9 - Question ouverte

programma - nieuws - tv (met lidwoord)

Slide 10 - Question ouverte

vloeistof - schoonmaken - zwembad

Slide 11 - Question ouverte

Ik voetbal elke zaterdag.

In welke persoon staat het onderwerp?
A
2e persoon enkelvoud
B
1e persoon enkelvoud
C
2e persoon meervoud
D
2e persoon enkelvoud

Slide 12 - Quiz

Zij wil op paardrijden.

In welke persoon staat het onderwerp?
A
2e persoon enkelvoud
B
1e persoon enkelvoud
C
2e persoon meervoud
D
1e persoon meervoud

Slide 13 - Quiz

Op welke sport zit jij?

Verander de zin naar de 3e persoon meervoud.

Slide 14 - Question ouverte

Matap bloost.

(Piet loopt - Piet liep - Piet heeft gelopen)

Slide 15 - Question ouverte

Stefan bond.

(Piet loopt - Piet liep - Piet heeft gelopen)

Slide 16 - Question ouverte

ik ben gestart.

(Piet loopt - Piet liep - Piet heeft gelopen)

Slide 17 - Question ouverte

dicteewoord 1

Slide 18 - Question ouverte

dicteewoord 2

Slide 19 - Question ouverte

dicteewoord 3

Slide 20 - Question ouverte

dicteewoord 4

Slide 21 - Question ouverte

dicteewoord 5

Slide 22 - Question ouverte

dicteewoord 6

Slide 23 - Question ouverte