Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Oefenen voor de toets les 5 6 34 47 48 49 61 62
Herhalen
Les 5 6 34 47 48 49 61 62
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhalen
Les 5 6 34 47 48 49 61 62
Slide 1 - Diapositive
Wat is het juiste bepaald lidwoord?
... fiets
A
de
B
het
C
een
Slide 2 - Quiz
Wat is het juiste bepaald lidwoord?
... brood
A
de
B
het
C
een
Slide 3 - Quiz
Wat is het juiste bepaald lidwoord?
... school
A
de
B
het
C
een
Slide 4 - Quiz
Sinterklaas is over het dak gelopen.
Wat voor werkwoord is 'is'?
A
Hulpwerkwoord
B
Zelfstandig werkwoord
Slide 5 - Quiz
Sinterklaas is over het dak gelopen.
Wat voor werkwoord is 'gelopen'?
A
Hulpwerkwoord
B
Zelfstandig werkwoord
Slide 6 - Quiz
Noteer de bijvoeglijk naamwoorden.
De oude Sint liep over het gladde dak van het heel oude huis.
Slide 7 - Question ouverte
Noteer de bijvoeglijk naamwoorden.
De groene Piet gleed uit over de spekgladde zonnepanelen.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is een voorzetsel?
Slide 9 - Question ouverte
Noem alle voorzetsels, achterzetsels of voorzetseluitdrukkingen.
Door middel van een feestje vierden mensen dat de horeca de deuren weer mocht openen.
Slide 10 - Question ouverte
Noem het werkwoord met het vaste voorzetsel.
Sinds ik geabonneerd ben op Netflix, kijk ik veel films.
Slide 11 - Question ouverte
Noem het werkwoord met het vaste voorzetsel.
De cursus gaat helaas niet door.
Slide 12 - Question ouverte
Persoonlijk en bezittelijk
Persoonlijk voornaamwoord: duidt een persoon of ding aan.
-
Ik
ben docent.
-
Hij
is erg cool.
-
Ik
mag
jullie
erg graag.
- Die vriend van
jou
.
Slide 13 - Diapositive
Persoonlijk en bezittelijk
Bezittelijk voornaamwoord: duidt het bezit aan van iemand. Het staat altijd voor het zelfstandig naamwoord!
- Het is
mijn
bal.
- Dat is
haar
trui.
- Dit is
jouw
pen.
Slide 14 - Diapositive
Ken ik ... niet ergens van?
A
jou
B
jouw
Slide 15 - Quiz
Het is ook in ... belang dat je meewerkt.
A
jou
B
jouw
Slide 16 - Quiz
Vul het persoonlijk voornaamwoord in.
..... mogen samen een ijsje gaan halen.
Slide 17 - Question ouverte
Vul in:
Ik ben met jou/jouw naar de stad geweest.
A
jou
B
jouw
Slide 18 - Quiz
Vul in:
Dit is jou/jouw fiets.
A
jou
B
jouw
Slide 19 - Quiz
Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Dit boek is van haar.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 20 - Quiz
Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
In mijn tas zit een stapel boeken.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 21 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Is dit jouw fiets die hier staat, of is het die van mij?
Slide 22 - Question ouverte
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Bedankt voor uw komst, we zijn erg blij met u.
Slide 23 - Question ouverte
Hebben jullie jullie huiswerk gemaakt?
Is de eerste jullie een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 24 - Quiz
Hebben jullie jullie huiswerk gemaakt?
Is de tweede jullie een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 25 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Met die caravan gaan wij op vakantie.
Slide 26 - Question ouverte
Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Op die school hebben ze broodjes frikadel in de pauze.
Slide 27 - Question ouverte
Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Om de hoek woont een jongen die heel goed kan voetballen.
Slide 28 - Question ouverte
Wat is het antecedent?
Om de hoek woont een jongen die heel goed kan voetballen.
Slide 29 - Question ouverte
Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Vanmiddag zie ik het meisje dat ik leuk vind.
Slide 30 - Question ouverte
Wat is het antecedent?
Vanmiddag zie ik het meisje dat ik leuk vind.
Slide 31 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
extra uitleg woordsoorten 3e klas
Juin 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhalen les 47 48 49
Février 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Herhalen les 47 48 49
Avril 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Do 8 juni voornaamwoorden
Juin 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
grammatica woordsoorten HF 1 + de brug
Mai 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
TOETS Grammatica: taalkundig ontleden periode 3 HV1
Avril 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordsoorten 1.3 en 1.4
Janvier 2023
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
TOETS Grammatica woordsoorten M1 periode 3
Avril 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1