Les 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

WATER

Programma

Binnenkomst + absentie (5 min)

Leerdoelen (3 min)

Bespreken eindtoets 'Weer en klimaat' (20 min)

Uitleg 'soorten water' (5 min)

Werkblad 'toestanden van water' + nakijken (10 min)

Opdracht 'Waterkringloop' + nakijken (12 min)

Afsluiting (5 min)

Leerdoelen

Aan het einde van deze les

1. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je goed beheerst;

2. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je voor het examen nog goed moet doornemen/ waar je nog extra uitleg bij nodig hebt;

3. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen en voorspellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden en waarom;

4. kun je de verschillende toestanden van water + de overgangsvormen  benoemen + herkennen op een afbeelding;

5. kun je de 5 stappen van de waterkringloop beschrijven en tekenen.

Bespreken eindtoets 'Weer en klimaat'

Stap 1: Tel je punten bij elkaar op. Klopt dit met het totaal boven aan je blaadje?

Stap 2: Bereken je cijfer. Doe dit zo -> jouw punten : 31 x 9 + 1

Stap 3: Bespreek in je groepje de vragen en antwoorden. Ga echt in gesprek.

       - Waarom is het ene antwoord goed en het andere niet? 

       - Wat had het goede antwoord moeten zijn?

       - Had je de fout kunnen voorkomen door te leren?

Stap 4: Noteer de vragen die je klassikaal besproken wilt hebben.

Tijd: 10 minuten met de groep

Tijd: 10 minuten klassikaal

Leerdoelen

Aan het einde van deze les

1. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je goed beheerst;

2. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je voor het examen nog goed moet doornemen/ waar je nog extra uitleg bij nodig hebt;

3. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen en voorspellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden en waarom;

4. kun je de verschillende toestanden van water + de overgangsvormen  benoemen + herkennen op een afbeelding;

5. kun je de 5 stappen van de waterkringloop beschrijven en tekenen.

Op je wisbordje:
Welk water is geschikt voor mens, dieren en planten (dus ook landbouw?)

1. Zoet
2. Zout

Van al het water op aarde is 97,5% zout en 2,5% zoet.

Maar van dat weinige zoete water, is maar 1% daadwerkelijk te gebruiken...

Op je wisbordje:
Zouden er in de toekomst oorlogen over water kunnen ontstaan? Waarom wel of waarom niet?

Leerdoelen

Aan het einde van deze les

1. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je goed beheerst;

2. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je voor het examen nog goed moet doornemen/ waar je nog extra uitleg bij nodig hebt;

3. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen en voorspellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden en waarom;

4. kun je de verschillende toestanden van water + de overgangsvormen  benoemen + herkennen op een afbeelding;

5. kun je de 5 stappen van de waterkringloop beschrijven en tekenen.

Aan het werk- groep 1

Wat: 

- werkblad 'toestanden van water en de overgangen'

Hoe: met de groep 

Hulp: geen

Tijd: 7 minuten

Klaar: Werkboek blz. 102 vraag 1 + 2

Aan het werk- groep 2

Wat: 

- werkblad 'toestanden van water en de overgangen'

Hoe: met de groep 

Hulp: docent + groepsgenoten + paragraaf 3.1

Tijd: 7 minuten

Klaar: Werkboek blz. 102 vraag 1 + 2

Leerdoelen

Aan het einde van deze les

1. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je goed beheerst;

2. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je voor het examen nog goed moet doornemen/ waar je nog extra uitleg bij nodig hebt;

3. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen en voorspellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden en waarom;

4. kun je de verschillende toestanden van water + de overgangsvormen  benoemen + herkennen op een afbeelding;

5. kun je de 5 stappen van de waterkringloop beschrijven en tekenen.

Aan het werk- groep 1

Wat: 

- Teken op je wisbordje de 'waterkringloop'

- Beschrijf op je wisbordje de werking van de waterkringloop

Hoe: alleen 

Hulp: geen

Tijd: 7 minuten

Klaar: Werkboek blz. 102 vraag 1 + 2

Aan het werk- groep 2

Wat: 

- Teken op je wisbordje de 'waterkringloop'

- Beschrijf op je wisbordje de werking van de waterkringloop

Hoe: met de groep 

Hulp: docent + groepsgenoten + paragraaf 3.1

Tijd: 7 minuten

Klaar: Werkboek blz. 102 vraag 1 + 2

De waterkringloop in stappen

Stap 1: de zon schijnt en verwarmt het water (van de zee);

Stap 2: het (zee)water verdampt en de waterdamp stijgt op;

Stap 3: hoog in de lucht is het kouder en condenseert de waterdamp tot wolken;

Stap 4: uit de wolken valt neerslag (regen, hagel, sneeuw)

Stap 5: de neerslag stroomt via rivieren terug naar de zee of zakt in de grond (= infiltratie) en stroomt via de grond terug naar zee.

Kijk het bordje van een klasgenoot na.

De onderstreepte tekst moet in het antwoord van je klasgenoot voorkomen.

Geef met een V aan waar er iets in het antwoord ontbreekt.

Geef het bordje terug aan je klasgenoot en verbeter je eigen bordje!

Afronding

Wat heb je geleerd?

Hoe heb je meegedaan?

Huiswerk

Leerdoelen

Aan het einde van deze les

1. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je goed beheerst;

2. weet je welke leerstof van 'weer en klimaat' je voor het examen nog goed moet doornemen/ waar je nog extra uitleg bij nodig hebt;

3. kun je 2 soorten water noemen, benoemen in welke hoeveelheden deze 2 soorten op aarde voorkomen en voorspellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden en waarom;

4. kun je de verschillende toestanden van water + de overgangsvormen  benoemen + herkennen op een afbeelding;

5. kun je de 5 stappen van de waterkringloop beschrijven en tekenen.

Wat moeten we nu echt weten?

Noteer op je wisbordje:

1. Het water dat mensen en planten nodig hebben is zoet / zout.

2. Hoeveel procent van al het water op aarde is zoet?

3. Hoeveel procent van al het zoete water op aarde is daadwerkelijk beschikbaar?

4. Water komt voor in drie vormen, namelijk a......., b...... en c......

5. Als water verdampt verandert het van ...... in .......

6. Als water condenseert verandert het van ..... in .....

7. De waterkringloop wordt aangedreven door .....

8. Water stroomt via a...... en b...... terug naar de zee.

Hoe heb ik deze les meegedaan?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Werkboek blz. 102 maken vraag 1 + 2

Werkboek blz. 106 en 107 maken vraag 1 + 5