les 3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Thema 6 basisstof 3 en 4.

komt binnen bij je zintuigcellen

Elektrische signaaltje via een zenuw

Reactie

Respons

Prikkel

Impuls

wenkbrauw

wimpers

traanbuis

iris

harde oogvlies

Je ooglid met __________ beschermen het oog tegen vuil.

1. wenkbrauw
2. wimpers
3. traanklier
4. traanbuis

De __________ houdt zweet tegen.

1. wenkbrauw
2. wimpers
3. traanklier
4. traanbuis

De __________ voert het traanvocht weg naar je neus.

1. wenkbrauw
2. wimpers
3. traanklier
4. traanbuis

De __________ maakt traanvocht.

1. wenbrauw
2. wimpers
3. traanklier
4. traanbuis

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats

netvlies

gele vlek

oogzenuw

lens

lens

iris

netvlies

zenuw

vaatvlies

Glasachtig lichaam

gele vlek

Het hoornvlies is een deel van het ........

1. netvlies
2. harde oogvlies

Door de .......... zie je alles om je heen scherp.

1. lens
2. oogspier

Door de ................. gaan berichten naar je hersenen.

1. oogspieren
2. oogzenuw

Het licht komt het eerste binnen door ....

1. netvlies
2. lens
3. pupil
4. hoornvlies

6.4 De iris en de ooglens

De iris en de ogen

Pupilreflex

Pupilreflex

kringspier

aangespannen

geen trekkracht meer aan de lensbandjes -> lens wordt bol

kringspier ontspannen

Lens - scherpstellen/accommoderen

Veraf: platte lens

Dichtbij: bolle lens

Veraf en dichtbij

Ontspannen kringspieren - lens wordt uitgerekt (minder bol). Ver kijken.

Samengetrokken kringspieren- lens wordt boller. Dichtbij kijken.

Het aanpassen van je ooglens aan de afstand noemen we accomoderen

Onderdeel oog	Situatie
Kringspieren	Ontspannen
Openingen straalvormig lichaam	Groot
Lensbandjes	Strak
Lensen	Plat
Ogen zijn	Rusttoetstand

Bij het zien in de verte:

Onderdeel oog	Situatie
Kringspieren	Samengetrokken
Openingen straalvormig lichaam	Klein
Lensbandjes	Minder strak
Lensen	Boller
Ogen zijn	Geaccomodeerd

Bij het zien van dichtbij:

De lens is bol wanneer je dichtbij scherp wil zien.

1. Waar
2. Niet waar

Je bekijkt iets dat ver weg is.
Welke vorm heeft de lens?
Is het straallichaam dan gespannen of ontspannen?

1. De lens is bol. Het straallichaam is gespannen.
2. De lens is bol. Het straallichaam is ontspannen.
3. De lens is plat. Het straallichaam is gespannen.
4. De lens is plat. Het straallichaam is ontspannen.

Michael leest een boek. Is het straallichaam samengetrokken of ontspannen? Is de lens bol of plat?

1. Het straallichaam is samengetrokken, de lens is bol.
2. Het straallichaam is ontspannen, de lens is bol.
3. Het straallichaam is samengetrokken, de lens is plat.
4. Het straallichaam is ontspannen, de lens is plat.