Oefentoets hoofdstuk 4 §4.1 t/m §4.4

Oefentoets hoofdstuk 4 §4.1 t/m §4.4
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets hoofdstuk 4 §4.1 t/m §4.4

Slide 1 - Diapositive

Wat is een gewapend conflict?
A
Een aanhoudende strijd waarbij minstens 25 doden per jaar vallen.
B
Een strijd waarbij 1 partij geweld gebruikt.
C
Een oorlog met wapens tussen 2 landen
D
Een aanhoudende strijd van ten minste een jaar

Slide 2 - Quiz

Veel gewapende conflicten zijn in:
A
de islamitische wereld, sub-Sahara Afrika en Noord-Amerika
B
de islamitische wereld, sub-Sahara Afrika en Zuidoost-Azië
C
sub-Sahara Afrika, Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië en de islamitische wereld.
D
sub-Sahara Afrika, Zuidoost-Azië, Zuid-Amerika en Rusland.

Slide 3 - Quiz

Twee beweringen:
1. Het conflict in Oekraïne is een intern conflict.
2. Het conflict in de Oekraïne is een internationaal conflict.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist , 2 juist Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 4 - Quiz

Leg uit waarom er in een aantal Afrikaanse landen regelmatig bugeroorlogen uitbreken

Slide 5 - Question ouverte

Twee beweringen:
1. Separatisme is de wens van een volk om zich van een staat af te scheiden.
2. Een staat is een ander woord voor territorium.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuit, 2 juist Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 6 - Quiz

Noem drie oorzaken voor het ontstaan van conflicten, elk vanuit een andere dimensie

Slide 7 - Question ouverte

Twee beweringen:
1. Nederland scoort heeft een lage ranking op de fragile States Index.
2. De meeste fragile states liggen in het werelddeel Azië.

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 8 - Quiz

Noteer drie kenmerken van een
fragile state

Slide 9 - Question ouverte

Neem de nummers 1 t/m 3 over en zet er de bijbehorende dimensie achter:
1. eerlijke verdeling van hulpbronnen
2. corruptie
3. hoog opleidingsniveau
4. jeugdbult


Slide 10 - Question ouverte

Noem drie manieren om de vijand op de knieën te krijgen

Slide 11 - Question ouverte

Noteer vier gevolgen van een gewapend conflict

Slide 12 - Question ouverte

Wat zijn ontheemden?
A
Asielzoekers
B
Vluchtelingen die in eigen land blijven
C
Vluchtelingen die naar een ander land gaan
D
Vluchtelingen die van continent veranderen

Slide 13 - Quiz

Een asielzoeker is iemand die:
A
vlucht in eigen land
B
bescherming aanvraagt in b.v. Nederland
C
vlucht vanwege een natuurramp

Slide 14 - Quiz

Een vluchteling is iemand die
A
opzoek is naar een beter leven
B
zijn land heeft verlaten door geweld, oorlog
C
naar een ander land gaat voor werk
D
naar een ander land gaat om te trouwen

Slide 15 - Quiz

Twee beweringen:
1. Een asielzoeker is een ander woord voor vluchteling.
2. Bij genocide is er sprake van vernietiging van een volk, ras of groep of een poging daartoe
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 16 - Quiz

Op welke twee manieren heeft Nederland te maken gehad met een onafhankelijkheidsstrijd?

Slide 17 - Question ouverte

Wat zijn de redenen voor Nederland om mee te doen aan vredesmissie?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het vetorecht in de Veiligheidsraad?
A
Het recht om een oorlog te beëindigen
B
Het recht om een besluit tegen te houden
C
Het recht om een oorlog te starten
D
Het recht om een vergadering te beleggen.

Slide 19 - Quiz

Welke leden van de Veiligheidsraad zijn permanent en hebben vetorecht?
A
China, Nederland, Rusland, VS en Verenigd Koninkrijk
B
Nederland, Rusland, VS, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk
C
China, Duitsland, Rusland, VS en Verenigd Koninkrijk
D
China, VS, Rusland, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk

Slide 20 - Quiz

Wat bedoelen we met het Internationaal strafhof in Den Haag?

Slide 21 - Question ouverte

Welke van de volgende combinaties van oorzaken en gevolgen van conflicten in Myanmar is het meest juist?
A
Oorzaak: Etnische spanningen tussen de Rohingya en de overheid. Gevolg: Massale vluchtelingenstroom naar Bangladesh.
B
Oorzaak: Economische crisis en gebrek aan grondstoffen. Gevolg: Internationale sancties tegen Myanmar.
C
Oorzaak: Westerse inmenging in de binnenlandse politiek. Gevolg: Toename van democratische hervormingen.
D
Oorzaak: Klimaatverandering en natuurrampen. Gevolg: Toename van gewapende opstanden tegen de regering.

Slide 22 - Quiz

Noteer vijf landen/gebieden waar Nederland heeft deelgenomen aan internationale militaire missies

Slide 23 - Question ouverte