H1 hoofd- en bijzaken

Leesvaardigheid
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken

Slide 2 - Diapositive

Klas 48 uur zonder telefoon
Leerlingen van de onderbouw van het Lorentz Lyceum uit Arnhem hebben onlangs succesvol meegedaan aan een experiment waarbij ze gedurende twee dagen geen mobiel, games of sociale media mochten gebruiken. ‘De No Phone Challenge was flink afkicken’, zegt de mentor. De leerlingen vonden zelf dat ze veel socialer waren, zowel in de klas als thuis. De pauzes leken langer en werden leuker bevonden. ‘We gingen spellen doen en ik sprak mijn klasgenoten meer’, somt een leerling op. ‘We hadden ook meer tijd voor huiswerk.’
Welke zin is de belangrijkste in deze tekst? Waarom?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijkste zaken in een tekst noem je hoofdzaken. 

Minder belangrijke zaken als uitleg, toelichting en voorbeelden noem je bijzaken.

Slide 8 - Diapositive

Hoofdzaken
  • Belangrijkste informatie van de tekst.
  • Je vindt de hoofdzaken op voorkeursplaatsen, zoals de inleiding en het slot. 
  • De kernzin van elke alinea bevat een hoofdzaak. 
  • Sommige alinea's hebben geen kernzin, dan moet je zelf de hoofdzaak bepalen. 

Slide 9 - Diapositive

Hoofdzaken
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?

  • Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zin van een alinea.
  • Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken.
    Denk aan de hamburger... 

Stel jezelf de volgende vragen:
  1. Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
  2. Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?
Hoofdzaken (structuur)
Hoofdzaken (structuur)
Bijzaken (vulling)

Slide 10 - Diapositive

Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 11 - Quiz

Wat is het juiste antwoord over hoofdzaken?
A
De hoofdzaken staan alleen in de inleiding.
B
De hoofdzaken staan alleen in het slot.
C
De hoofdzaken staan alleen in het middenstuk .
D
De hoofdzaken staan in de inleiding en in het slot.

Slide 12 - Quiz

Bijzaken zijn het tegenovergestelde van hoofdzaken.
Dit kunnen zijn(meerdere opties):
A
voorbeelden
B
belangrijke informatie
C
herhaling
D
uitleg

Slide 13 - Quiz

Ik kan nu de kernzin van een alinea vinden?
Ja, dat is makkelijk.
Meestal wel, maar nog niet altijd.
Eigenlijk niet, ik moet nog meer oefenen.

Slide 14 - Sondage

Ik kan nu de hoofd- en bijzaken in een tekst vinden?
Ja, dat is makkelijk.
Meestal wel, maar nog niet altijd.
Eigenlijk niet, ik moet nog meer oefenen.

Slide 15 - Sondage