INTRODUCTIELES CULTUUR VAN HET MODERNE - KLAS 5 - 2022'2023

INTRODUCTIE
Cultuur van het Moderne
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
TekenenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

INTRODUCTIE
Cultuur van het Moderne

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van
moderne kunst?

Slide 2 - Carte mentale

klas 5 vraag

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke jaartallen horen er bij
het Modernisme?
A
1850-1900
B
1900-1950
C
1950-2000
D
2000- heden

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

BURGERLIJKE CULTUUR 
17e EEUW
  MASSACULTUUR
CULTUUR VAN 
HET MODERNE
ROMANTIEK 
& REALISME

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kenmerken passen bij
het Modernisme?
A
traditioneel, kwaliteit, waarneming
B
consumptie maatschappij, alledaags
C
experimenteel, expressief, radicaal, primitief, onderbewuste
D
inhoudsloos, onbegrensde mogelijkheden.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

CULTUUR VAN HET MODERNE
Aan het einde van deze periode kun jij beantwoorden:

Hoe verhoudt de moderne kunst zich tot de 19e eeuw en tot de huidige tijd? 
Wat zijn per discipline de meest kenmerkende veranderingen? 
Wat zijn de meest belangrijke begrippen per discipline? 

1. Op welke manier breken de moderne kunstenaars met de 19e eeuwse kunst?
2. Op welke manier zetten de moderne kunstenaars de ontwikkeling naar het postmodernisme in gang? 
3. Wat zijn de meest kenmerkende veranderingen binnen de verschillende disciplines?
4. Wat zijn de meest kenmerkende begrippen voor de moderne kunst per discipline?




Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Binnen de kunstgeschiedenis onderscheiden we verschillende kunstdisciplines.
Wat zouden deze disciplines zijn?

Per discipline ga je de komende lessen op zoek naar:

  • De meest belangrijke begrippen
  • De meest belangrijke ontwikkelingen 
  • De antwoorden op de verdiepingsvragen om tot kennis te komen

TIP:
Voor de verdiepingsvragen:
je kunt de antwoorden op de vragen op papier uitwerken, dan heb je na afloop van deze les een samenvatting, als voorbereiding op de toetsweek.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

CULTUUR VAN HET MODERNE
-
INTRODUCTIEOPDRACHT

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DE OPDRACHT
1. Maak vijftallen
2. Verdeel onder je groep de kunstwerken op de slide
3. Iedere leerling kiest 1 kunstwerk + discipline
4. Pak je theorieboek bij de hand en zoek het werk op.
5. Verzamel zoveel mogelijk informatie bij dit kunstwerk. Probeer zoveel mogelijk te weten te komen over: de maker, de stroming, de stijl, de kenmerken van het werk, waarom het tot de moderne kunst behoort, wat het voor invloed heeft gehad op de ontwikkelingen van die tijd?
6. Werk dit uit op papier en lever dit de volgende les in op: 1-2 A4
7. Bereid een korte presentatie voor bij dit kunstwerk van 1-2 min.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CULTUUR VAN HET MODERNE
-
BEELDENDE KUNST

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Piet Mondriaan, Tableau I, 1921                                                                   Marcel Duchamp, Bicycle Wheel, 1913

Slide 15 - Diapositive

Mondriaan een van de grondleggers van abstracte kunst. 1917 de Stijl opgericht. Abstractie als universele beeldtaal. Kunst herleiden tot de essentie, basis van alles: geometrische vormen en primaire kleuren. Mondriaan zoekt voortdurend naar evenwicht tussen kleur. lijn en vorm

Marcel Duchamp eerste kunstenaar die ready made invoert. Stelt ter discussie wat kunst is. Idee is belangrijker dan een ambachtelijk gemaakt kunstwerk. Voorloper van Dada die bewust de kunstwereld op zijn kop zetten door antikunst te maken. Ze omarmen toeval en gevonden voorwerpen.
George Braque, Vrouw met Mandoline, 1910                             Henri Matisse, Portret van Madame Matisse       
                                                                                                                                        of De Groene Streep, 1905

Slide 16 - Diapositive

samen met Picasso het Kubisme vormgegeven. Verschillende standpunten tegelijk afbeelden, loslaten perspectief= analytisch kubisme. Vormen uit elkaar halen en opnieuw in elkaar zetten verschil voorgrond achtergrond verdwijnt en beperkte kleuren. 

Matisse is een fauvist. Kleur als een expressiemiddel. Vlak, kleur en verftoets benadrukken. Decoratief. Beïnvloed door van Gogh en Gauguin. Fauvisten hebben geen theorie, zeer individueel. 
Pablo Picasso, Guernica, 1937

Slide 17 - Diapositive

Picasso is grondlegger van kubisme. Mixt hier met expressionisme omdat er een verhaal/ boodschap achter het werk schuilt. De fragmentatie en beperkte kleuren passen heel goed bij het gruwelijke onderwerp: bombardement
CULTUUR VAN HET MODERNE
-
BOUWKUNST

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rudolf Steiner - het tweede Goetheanum - 1928

Slide 19 - Diapositive

antroposofie= wijsheid over mensen (ipv godsdienst)
het geestelijke van de mens verbinden met het geestelijke in kosmos.
Internationaal centrum voor antroposofie in 1920 Dornach (Zwitserland)
houten koepels met schilderingen mens. evolutie.
glas in loodramen vanwege gekleurd licht
1922 oudejaarsavond brand eerste versie af
2e versie van beton (brandveilig) af in 1928 Steiner al in 1925 gestorven
organische en expressionistische architectuur
Michiel de Klerk en Piet Kramer - De Dageraad - 1923    Gerrit Rietveld, Rietveld Schoderhuis in Utrecht, 1923-24

Slide 20 - Diapositive

begin 20e eeuw zet architectuur zich af tegen gedetailleerde, decoratieve bouwkunst
Zoals te zien bij de Stijl rechts
Links Amsterdamse school borduurt juist wel voort op organische en decoratieve bouwkunst uit 19e eeuw (jugendstil)
Maar ze willen net als modernisten betere woon en leefomstandigheden voor arbeiders
appartementencomplex de dageraad
Rietveld Schroderhuis is particuliere opdracht
Het verheffen van de massa met een heldere stakke functionele bouwstijl
Variabele ruimtes, interieur ook door Rietveld. 
Invloed Frank Lloyd Wright
Walter Gropius, Bauhaus in Desdau, 1925-26,                     Le Corbusier, Unite d’habitation in Marseille, Frankrijk, 1952

Slide 21 - Diapositive

Gropius is oprichter Bauhaus. 
Gebaseerd op middeleeuwse bouwloge. Kunstenaars en leerlingen werken samen aan totaalconcept. Interieur, Exterieur, kunst en design. 
Functioneel zonder decoratie en met moderen materialen in massaproductie
Mond uit in de Internationale Stijl (rechts)
Moderne stad van woontorens met veel groen en voorzieningen op de begane grond en dak (zwembad, bioscoop)
CULTUUR VAN HET MODERNE
-
MUZIEK

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schonberg, Pierrot Lunaire, 1912

Slide 23 - Diapositive

Polytonale of atonale muziek. Er is geen melodie meer als bepalend uitgangspunt. Meerder toonsoorten door elkaar.
In dit stuk hoor je ook Sprechgesang. , zingspreken. Gebaseerd op gedichten over een maanzieke Pierot ( (geestesziek). Nachtmerrieachtig.
Was geen succes bij het publiek. Ze begrepen er niets van.
Igor Stravinski, Ragtime, 1918                                                      Anton Webern, 6 Bagatellen, 1922

Slide 24 - Diapositive

ragged timing=kapot ritme. Melodie gaat tegen het ritme in, soms voouitlopend dan er weer achteraan. Jazzmuziek in bars en bordelen in New Orleans
Maar wordt snel populair in Europa (dansbaar) en beïnvloed zo klassieke muziek
Stravinsky maakt klas. versie, heeft nooit echte jazz gehoord. Hij was erg in ritme geïnteresseerd.  Maakt ook gebruik van volksmuziek en muziek van primitieve volken. 
 6 Bagatellen, door student van Schonberg, met diens twaalftonentechniek. Elke toon wordt een maal gebruikt, en als ze alle twaalf geweest zijn, begint dat weer opnieuw.
Basis voor seriële muziek. Omdat muziek nu volgens regels wordt gecomponeerd is het rationeel en niet expressionistisch.
Billy Holliday, Strange Fruit, 1939                                                    Luigo Russolo, Intonarumori, 1913

Slide 25 - Diapositive

grootste jazz-zangeres allertijden. Ze improviseert en experimenteert met tempo en melodie.
Bitter fruit gaat over haar jeugdomgeving waarin zwarte mensen gelyncht worden om een kleinigheid.
Luigi Russolo is een futurist die vind dat muziekinstrumenten niet voldoen aan klankbehoefte moderne mens.
Hij maakt basisgeluiden: Sissen, brommen, kraken, ontploffen enz. Dit worden akoestische geluidsgeneratoren waarmee hij composities kan maken
CULTUUR VAN HET MODERNE
-
DANS/DRAMA/THEATER

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bojangles Robinson, tapdans, 1934                                                               Martha Graham, Lamentation, 1943
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 27 - Diapositive

wordt populair in clubs tijdens de drooglegging. 
Zwarte artiesten treden op voor blank publiek. Ritmische dansen op de ritmische muziek.
Hollywood neemt het zelfs over in films maar met blanke dansers. Bojangles gebruikt alleen zijn benen, bovenlijf is stil.

Moderne dans, expressief, gebruik maken van zwaartekracht. Aards en lichamelijk (tegenhanger romantische ballet)
Spannen en loslaten (Contraction and release). Ritme bepaald door ademhalen.
Lamentation is een rouwdans, mensen die hun emoties tonen na een catastrofe.
Triadisch Ballet, Oskar Schlemmer, het Tradisch Ballet, 1922,      Vsevolod Meyerhold, biomechnica, 1920

Slide 28 - Diapositive

triadisch ballet, van Schlemmer die theaterafdeling Bauhaus leidt. Rationele benadering/ inzet van vorm, kleur en licht. Leidt tot abstracte, mechanische bewegingsspelen. Acteur dansen is puur een vormgevend element.
Trias staat voor drieëenheid vorm, kleur, beweging, drie delen gedanst door drie dansers (machines). De kostuums bepalen de beweging van de dansers.
Meyerhold. constructivistisch acteren. Biomechanica. Theater niet puur ontspanning maar ter ondersteuning van arbeidsproces. Acteurs zijn werknemers, ze gaan ritmisch te werk en maken aangeleerde bewegingen. Bij elke emotie hoort een aangeleerde houding. Karakters zijn stereotiep, decors constructies en kostuums uniformachtig.
TekstMusicalfilm The Wizzard of Oz, 1939 geregisseerd door Fleming, met Judy Garland 

Slide 29 - Diapositive

17 jarige Garland als kindster begonnen. De Wizard is eerste grote musicalfilm. Komst van geluid sinds 1927 heeft alles op zijn kop gezet. Kleur is net nieuw en wordt optimaal gebruikt (rode schoenen, gele weg). Dorothy komt in kleurenwereld terug door tornado.
CULTUUR VAN HET MODERNE
-
FILM/FOTOGRAFIE

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stranger on the third floor, Boris Ingster, film noir, 1940.       Das Cabinet des Dr. Caligari van Robert Wienes, 1920

Slide 31 - Diapositive

Film noir, die voortkomt uit expressionistisch film. is een misdaad genre. Zwart-wit films met veel licht donker contrasten met name schaduwen (voor spanning) en lage camerastandpunten. Voice over Menselijke normen stellen weinig voor (nihilistische wereld), corrupte politie, genadeloze misdadigers, een femme fatale en een geharde held. Niet het positieve van Hollywood.
Hier moet iemand zijn ons

Kabinet dr Caligari uit 1920, geen hoek is recht geen standpunt normaal. Vertekening van de werkelijkheid ook in decors en het verhaal (niets is wat het lijkt te zijn). Groot contrast met de populaire slapstickfilms uit Amerika.
eerste horrorfilm. Verhaal over dokter die zijn bediende in slaaptoestand laat moorden, maar uiteindelijk blijkt dit een droom van een patiënt in het gesticht van Calagari.
Luis Bunuel & Salvador Dali, Un Chien Andalou, 1929.         Edwin S. Porter, The Great Train Robbery, 1903

Slide 32 - Diapositive

Bunuel hoort bij surrealisme, maakt de film samen met Dali, maar die distantieert zich. Het zijn losse, droomachtige scenes die associatief gemonteerd zijn zonder logica of verhaal.

The great train robbery bevat eerste achtervolging. Eerste gemonteerde film.  Spel met ordening beelden om verhaal te vertellen. 12 minuten duurt de film. Afwisseling in locaties om bijvoorbeeld parallele verhaallijn te tonen en close up. Porter claimt zijn vondsten niet en worden later door anderen heruitgezonden.
Alexander Rodtsjenko, Trappen, 1930

Slide 33 - Diapositive

constructivisme in Rusland. Nieuwe kunst voor nieuwe communistische staat. Nieuwe technieken zoals fotografie worden omarmd. Rodtsjenko legt zich hier helemaal op toe. Foto's waarin lijnen en vlakken belangrijk zijn en ongebruikelijke standpunten . Sluit aan bij abstracte kunst.
CULTUUR VAN HET MODERNE

VERDIEPINGSVRAGEN PER DISCIPLINE

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • VRAGEN BEELDENDE KUNST in de MODERNE TIJD
  • Leg uit op welke manier de komst van de fotografie invloed heeft op de ontwikkeling binnen de moderne beeldende kunst.
  • De Impressionisten worden ook wel gezien als voorlopers op de moderne kunst, leg uit waarom.
  • Er wordt ook wel gesteld dat 'kunstenaar zijn' in de moderne tijd 'eerder een levenswijze dan een beroep' is. Wat wordt hier mee bedoeld? En op welke manier verschilt het van de 19e eeuwse mentaliteit?
  • Moderne kunst is persoonlijker dan haar 19e eeuwse voorgangers. Leg uit.
  • Abstracte kunst doet haar intrede. Welke kunststromingen staan bekend om het werken vanuit abstractie?
  • Wat is het verschil tussen analytisch en synthetisch kubisme?
  • Op welke wijze breekt het futurisme met oude vormgevingsregels?
  • Wat wordt er verstaan onder 'propagandistische kunst?'

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • VRAGEN MUZIEK in de MODERNE TIJD
  • Welke componist experimenteerde met het begrip 'tonaliteit'? En welke componisten volgden hem?
  • Er ontstaan nieuwe muziekvormen in de moderne tijd. Noem twee voorbeelden.
  • Uit de 'atonaliteit' ontstaat de 'dodecafonie'. Welke componist stond bekend om deze muzieksoort en wat houdt het in?
  • Welke muziekvorm gebruikt volksmuziek als inspiratiebron?
  • Welke muzikant kent overeenkomsten met de Dada-beweging? En wat zijn de kenmerken van deze muziekstijl?
  • Wat wordt er verstaan onder seriele muziek?
  • Modernisme in de muziek wordt niet gewaardeerd onder fascistische en communistische regimes. Geef hier een verklaring voor.
  • Leg uit waarom de 'lawaaimachines' van Luigo Russolo, tot het futurisme behoren?

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • VRAGEN FILM/FOTOGRAFIE n de MODERNE TIJD
  • De uitvinding van de fotografie bevrijdt een aantal kunstenaars van de noodzaak om realistisch te schilderen. Fotografie wordt een kunstvorm. Wat is het effect van de uitvinding van fotografie op de moderne kunst?
  • De expressionistische film kenmerkt zich door bizarre camerastandpunten. Noem nog twee kenmerken.
  • Noem een bekend voorbeeld van de expressionistische film.
  • Wat is een bekende voorloper geweest tot het latere 'sciencefiction'?
  • Wat wordt er verstaan onder het 'film noir'?
  • Wat wordt er verstaan onder het 'Koelesjov-effect'?
  • Waar ter wereld werd de film ingezet als propagandamiddel?
  • Wat is de invloed van Dada op de film? Geef een voorbeeld.
  • Wat wordt er verstaan onder de stomme film, de showfilm en de musicalfilm?
  • Noem de drie grootste ontwikkelingen binnen de film in moderne tijd.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • VRAGEN DANS/THEATER in de MODERNE TIJD
  • Wat zijn de klassieke kenmerken van het ballet in de 19e eeuw en waarin veranderen de kenmerken van het ballet in de 20e eeuw?
  • Wie braken als eersten met het conventionele ballet?
  • Vaak vindt er een samenwerking plaats met de beeldende kunst voor het ontwerpen van kostuums. Noem een toonaangevend voorbeeld van moderne kostuums binnen de dansvoorstelling. 
  • Geef een voorbeeld van een wetenschappelijke benadering van dans.
  • Geef een voorbeeld van expressionistische dans.
  • Het drama in Rusland kent twee exponenten: Meyerhold en Stanislavski. Geef aan waar beide makers bekend om staan.
  • Wat maakt het Triasisch Ballet van Oskar Schlemmer een goed voorbeeld van moderne dans?
  • Het futurisme breekt met het klassieke theater. Welke regels worden overboord gegooid?
  • Geef een voorbeeld van drama met een politieke boodschap.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BOUWKUNST

  • De uitvinding van nieuwe materialen heeft de bouwkunst beinvloed? Welke materialen waren dat?
  • Er is weinig echt expressionistische bouwkunst te vinden, waar of niet waar?
  • Wat wordt er verstaan onder Antroposofische bouwkunst?
  • Wat zijn de kenmerken van de Amsterdamse school in de bouwkunst?
  • Welke bouwstijlen zijn gestoeld op maatschappelijke idealen?
  • Wat hebben het constructivisme, het Bauhaus en de Internationale Stijl met elkaar gemeen?
  • Waar staan de futuristen om bekend binnen de Bouwkunst?
  • Bouwkunst onder fascistisch regime. Wat zijn de kenmerken van communistische bouwkunst?

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions