examentraining tm 23 maart

Achtergrond 
- Recessief schrijf je a en dominant A (of andere letter)
- Recessief moet 2x voorkomen om tot uiting te komen (aa)
- Dominant 1x (Aa of AA)
- 46 chromosomen, 23 paar, in elke lichaamcel behalve geslachtscellen (23)
- Mitose = gewone celdeling
- Meiose = geslachtscellen maken (reductiedeling)
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Achtergrond 
- Recessief schrijf je a en dominant A (of andere letter)
- Recessief moet 2x voorkomen om tot uiting te komen (aa)
- Dominant 1x (Aa of AA)
- 46 chromosomen, 23 paar, in elke lichaamcel behalve geslachtscellen (23)
- Mitose = gewone celdeling
- Meiose = geslachtscellen maken (reductiedeling)

Slide 1 - Diapositive

Achtergrond
- Vierkantjes mannen en rondjes vrouwen in kruisingsschema's
- Homozygoot AA, aa en heterozygoot Aa
- Alle kinderen even grote kans want genotype verandert niet
- Genotype = code, fenotype = uiterlijk
- Kruisingsschema op bord

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
Genetica
X kan een vrouw (XX) geven, X of Y een man (XY, ziet er anders uit)
Lichaamscellen 46, geslachtscellen 23

Slide 3 - Diapositive

Achtergrond organen
- Orgaanstelsels (spier, zenuw, verterings, uitscheidings, voortplantings, hormoon, beenderen, bloedvaten, ademhalings, zenuw)
Komt ook terug in andere examenvragen
- Organisatieniveaus (organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel)

Slide 4 - Diapositive

Achtergrond cellen

Slide 5 - Diapositive

Achtergrond cellen
- Functies celorganelen: celkern (regelt alles), celwand (zorgt voor stevigheid), cel/cytoplasma en vacuole (water met opgeloste stoffen), bladgroenkorrels (fotosynthese) 
Herkennen type weefsels:
- Kraakbeen is met tussencelstof 
- (Dwarsgestreept en glad) spierweefsel
- Cellen met uitlopers = botweefsel

Slide 6 - Diapositive

Kraakbeenweefsel

Slide 7 - Diapositive

Spierweefsel

Slide 8 - Diapositive

Botweefsel

Slide 9 - Diapositive

Doelen
Doelen:
  • Na deze les ken ik de kenmerken van het orgaanstelsel en weet ik welke verteringssappen er zijn en de functie hiervan

Slide 10 - Diapositive

Achtergrond voeding en vertering
- Orgaanstelsels: verteringsstelsel
- Jodium is een indicator voor zetmeel: wordt blauw
- In verschillende organen worden enzymen/verteringssappen toegevoegd aan de voedselbrij 
- Darmvlokken voor oppervlakte vergroting
- Gal emulgeert vet (= kleine druppels), wordt door lever gemaakt. - Route:

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Achtergrond voeding en vertering
- Verbranden in cellen = warmte komt vrij (houdt je warm)
- Glucose en O2 voor nodig: CO2, warmte en water ontstaat
- De link tussen ziekte, ontbreken van bepaald hormoon/stof en bepaalde voedingsstof niet kunnen gebruiken/verteren
- Peristaltische beweging tussen slokdarm en eind endeldarm (door lengte- en kringspieren)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive