Basisstof 8: De eilandjes van Langerhans en de Bijnieren

Basisstof 8: De eilandjes van Langerhans en de Bijnieren
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 8: De eilandjes van Langerhans en de Bijnieren

Slide 1 - Diapositive

Wat maken de bijnieren aan?

Slide 2 - Question ouverte

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken

Slide 3 - Quiz

Welke verschijnselen kunnen zich voordoen als bij iemand de schildklier te weinig schildklierhormoon produceert?

Slide 4 - Question ouverte

Het hormoonstelsel regelt vooral ....... processen.
A
snelle en korte
B
langzame en langdurige

Slide 5 - Quiz

Wat is de overeenkomst tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel?
A
Het zijn allebei systemen die iets regelen in het lichaam.
B
Ze kunnen allebei prikkels opwekken.
C
Ze zijn allebei net zo snel in het regelen van processen.
D
De werken allebei met elektronische impulsen.

Slide 6 - Quiz

Wat is een hypofyse ?
A
Een geslachtsorgaan
B
Een spier
C
Een hormoonklier

Slide 7 - Quiz

Wat moet je kunnen?
Je kunt de werking beschrijven van de hormonen uit de eilandjes van Langerhans en uit de bijnieren

Slide 8 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
  • Eilandjes van Langerhans: zijn groepjes cellen in de alvleesklier
  • Eilandjes van Langerhans produceren insuline en glucagon (hormonen)
  • Regelen glucosegehalte/ bloedsuikerspiegel




Slide 9 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans

Slide 10 - Diapositive

De bijnier
  • De bijnier ligt boven de nier
  • De bijnier maakt adrenaline
  • Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
Maken opdrachten Thema 5 basisstof 8:
52, 53, 56, 57 en 59

Klaar? Bij mij laten controleren
Gecontroleerd? --> nakijken met nakijkboekje
Nagekeken? --> Schrijf de begrippen met betekenis op in je schrift.

Slide 12 - Diapositive