les 10, woe 17 febr

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
- absenten (5 min)
- le pronom possessif, grammaire H (20 min)
- exercice @lessonup (5 min)
- corriger les devoirs.. (10 min)
- alvast aan het hw.. 
Les devoirs:

faire: ex. 29BCD, 30AB, 31 + leer de voca van chapitre 2! op WRTS. (woensdag na de vakantie om 08.59 noteer ik je laatste cijfer in SOM)

Slide 2 - Diapositive

Le pronom possessif
grammaire H, chapitre 3

Slide 3 - Diapositive

Wat is le pronom possessif in het Nederlands?

Slide 4 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord
- Geeft aan van wie iets is
exemple: mijn boek / mon livre

- Vorm van het bez. vnw  hangt af van de vorm van het zelfstandig naamwoord!
exemple: Jean est ton copain / Jeanine est ta copine / Ils sont tes copains.

- Leer het volgende schema uit je hoofd! Ook de vertaling!!!!


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Attention!!!
- Begint het zelfstandig naamwoord met een klinker of stomme h, ookal is het het zelfst. nw vrouwelijk? -----> gebruik: mon/ton/son

exemple: Claire est ma amie ---> Claire est mon amie
X

Slide 7 - Diapositive

Dusss....
1. Je kan soms dus niet zien of iets van een meisje of jongen is, want je kijkt naar de vorm van het zelfstandig naamwoord en niet naar het geslacht van de eigenaar.
exemple: 
C'est le livre de Bart - C'est son livre
C'est le livre de Claire - C'est son livre.

2. Mon/ton/son (dus de mannelijke vormen) gebruik je ook voor zelfst. nw'en die beginnen met een stomme h of klinker. Ook als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is.
exemple:  mon école / ton amie etc.


Slide 8 - Diapositive

Samenvatting...
Je krijgt 1 minuut om na te denken over hoe je de stof gaat samenvatten voor de rest van de klas.

Slide 9 - Diapositive

...(jouw) maison
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 10 - Quiz

...(mijn) stylo
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 11 - Quiz

...(uw) voiture
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 12 - Quiz

...(onze) parents
A
leur
B
leurs
C
notre
D
nos

Slide 13 - Quiz

...(hun) livres
A
son
B
ses
C
leur
D
leurs

Slide 14 - Quiz

...(mijn) amie
A
ma
B
ton
C
mon
D
ta

Slide 15 - Quiz

...(haar) école
A
sa
B
son
C
ses

Slide 16 - Quiz

...(zijn) glace
A
son
B
ses
C
sa

Slide 17 - Quiz