Talent 2.8 1TL de quiz

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Diapositive

Doel van vandaag
Herhalen § 2.7 & §2.8 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Noteer de lidwoorden uit de volgende zinnen. Er staat één lidwoord in iedere zin. Lees de zinnen heel goed door!

Slide 4 - Diapositive

a. De jonge kinderen vinden het niet leuk dat je ze zo liet schrikken.

Slide 5 - Question ouverte

b. Het sneeuwde vorige maand een hele dag.

Slide 6 - Question ouverte

c. Elke kleine vergissing van een keeper wordt altijd gezien.

Slide 7 - Question ouverte

d. Een van hen wordt de nieuwe wereldkampioen.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de zelfstandig naamwoorden uit de volgende zinnen. Er staan meerdere zelfstandig naamwoorden in iedere zin. Lees de zinnen heel goed door!

Slide 9 - Diapositive

In de Jaarbeurs in Utrecht vond afgelopen dagen een groot sportevenement plaats.

Slide 10 - Question ouverte

Het hele weekend konden kinderen kennismaken met onbekende sporten.

Slide 11 - Question ouverte

Mensen uit verschillende windstreken kwamen naar het evenement.

Slide 12 - Question ouverte

Je krijgt zo vier zinnen. Benoem het woord wat herhaald wordt. 
Kies uit: lidwoord, zelfstandig naamwoord of werkwoord. 

Slide 13 - Diapositive

a. Ga je vanmiddag mee voetballen in het park?
voetballen
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord

Slide 14 - Quiz

b. Het vliegtuig heeft vertraging opgelopen.
opgelopen
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord

Slide 15 - Quiz

c. Mijn oma heeft gisteren haar tachtigste verjaardag gevierd.
oma
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord

Slide 16 - Quiz

d. Mijn zusje is ziek van de bedorven vis.
de
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord

Slide 17 - Quiz

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. 

Slide 18 - Diapositive

a. houden
Ik ___ erg van spannende stripboeken.

Slide 19 - Question ouverte

b. zien, lezen
Je ___ de plaatjes en ___ de tekstballonnen.

Slide 20 - Question ouverte

c. zorgen
Dat ___ voor een leuke combinatie!

Slide 21 - Question ouverte

d. vinden
In de bibliotheek ___ je vaak een speciale hoek met stripalbums.

Slide 22 - Question ouverte

e. wonen
Waar ___ jouw beste vriend.

Slide 23 - Question ouverte

f. zijn, kennen
Sinds Dennis verhuisd ___ , ___ ik zijn adres niet meer uit mijn hoofd.

Slide 24 - Question ouverte

g. staan
Daarom ___ dat nu in mijn telefoon.

Slide 25 - Question ouverte

h. veranderen
Hopelijk ___ het niet nog een keer.

Slide 26 - Question ouverte

Kijk goed naar de zinnen. Waar moet de komma staan? 
Kopieer de zin over en plaats de komma.

         
   Let op: niet in elke zin komt een komma.

Slide 27 - Diapositive

a. Driss stuurde wel vijf sms’jes omdat zijn vriend Roel steeds niet reageerde.

Slide 28 - Question ouverte

b. Ze zouden samen naar de halfpipe gaan om te skateboarden.

Slide 29 - Question ouverte

c. Toen Roel eindelijk antwoordde bleek dat hij zich verslapen had.

Slide 30 - Question ouverte

d. Roel heeft zich snel gedoucht aangekleed en naar de skatebaan gehaast.

Slide 31 - Question ouverte

e. Driss was blij hem te zien want hij was even bang dat het niet door zou gaan.

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

De laatste dingetjes....
  • Zorg  voor een opgeladen Chromebook!
  • Leer de leerteksten goed
  • Herhaal opdrachten die je lastig vindt
  • Stamp de woorden van § 2.5. Hier kan je makkelijk punten scoren!

ZET 'M OP IN DE TOETSWEEK

Slide 34 - Diapositive