MEDISCHE BASISKENNIS: GERIATRIE

GERIATRIE
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 65 min

Éléments de cette leçon

GERIATRIE

Slide 1 - Diapositive

DOEL VAN DE LES
  • Bestuderen van geheugenproblemen
  • Bestuderen van functionele achteruitgang
  • Bestuderen van zintuiglijke achteruitgan
  • Kennis nemen van gewichtsverlies
  • Medicatie bij ouderen benoemen
  • Bekend zijn met de kwetsbaarheid van ouderen
  • Kunnen beschrijven welke zorg er speciaal is voor kwetsbare ouderen
  • De betekenis en de basisregels bij euthanasie benoemen

Slide 2 - Diapositive

INHOUD VAN DE LES DEEL 1
  • Dementie
  • Vergeetachtigheid
  • Delier
  • Incontinentie
  • Mobiliteit
  • Vallen
  • Achteruitgang zintuigen
  • Gewichtsverlies
  • Medicatie

Slide 3 - Diapositive

INHOUD VAN DE LES DEEL 2
  • Comorbiditeit
  • Eenzaamheid
  • Depressie
  • Afhankelijkheid
  • Mantelzorg
  • Verpleeghuiszorg
  • Euthanasie 

Slide 4 - Diapositive

Geriatrie

Slide 5 - Carte mentale

Wat is een vorm van dementie?
A
Alzheimer
B
Comorbiditeit
C
Incontinentie

Slide 6 - Quiz

GEHEUGENPROBLEMEN
  • Dementie

  • Vergeetachtigheid

  • Delier 

Slide 7 - Diapositive

DEMENTIE
  •  = de naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom), waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken

Slide 8 - Diapositive

FASES DEMENTIE
Verloop is afhankelijk van het soort dementie en de persoon:

  • Vroege fase (1e stadium): de eerste kleine veranderingen in het gedrag, functioneren en persoonlijkheid
  • Midden fase (2e stadium): symptomen worden erger en korte termijngeheugen werkt niet goed meer
  • Late fase (3e stadium): totale afhankelijkheid

Slide 9 - Diapositive

VORMEN DEMENTIE
  • Alzheimer

  • Vasculaire dementie 

Slide 10 - Diapositive

ALZHEIMER
  • De meest voorkomende vorm van dementie


Slide 11 - Diapositive

OORZAKEN ALZHEIMER
  • De zenuwcellen in de hersenen gaan kapot
 doordat bepaalde eiwitten en vezels zich ophopen in de zenuwcellen

  • Deze ophopingen verstoren de onderlinge communicatie 

Slide 12 - Diapositive

SYMPTOMEN ALZHEIMER
  • Nieuwe informatie niet kunnen onthouden
  • Informatie kunnen onthouden die langere tijd in het geheugen zat
  • Niet kunnen onthouden waar hij is, of welke dag, welke maand of welk jaar het is
  • Geen goed taal gebruiken en begrijpen = AFASIE
  • Geen voorwerpen en geluiden herkennen en weten waar ze voor zijn = AGNOSIE
  • Handelingen niet goed kunnen uitvoeren of in de juiste volgorde uitvoeren= APRAXIE
  • Niet na kunnen denken over situaties en deze beoordelen
  • Eventueel karakterverandering
  • Onrustig, achterdochtig of agressief zijn
  •  Lusteloos zijn
  • Stemmingswisselingen


 


Slide 13 - Diapositive

BEHANDELING ALZHEIMER
  • Van alzheimer kun je niet genezen
  •  Medicijnen kunnen wel helpen om minder last te hebben van klachten
  •  Ook zijn er behandelingen om minder last te hebben van je klachten
  •  Wat het beste werkt, verschilt per persoon
  • Levensverwachting gemiddeld 8 tot 10 jaar

Slide 14 - Diapositive

VASCULAIRE DEMENTIE
  • Is een van de meest voorkomende soorten dementie
  • Problemen in de doorbloeding van de hersenen veroorzaken deze ziekte 
  • Bij één op de zes mensen met dementie is vaatschade de hoofdoorzaak
  • Nog veel vaker komt vaatschade in de hersenen naast andere oorzaken van dementie voor

Slide 15 - Diapositive

OORZAKEN
  • Hart- en vaatziekten (gehad) 
  • Langdurig een hoge bloeddruk 
  • Hartritmestoornissen
  • Suikerziekte 
  • TIA's  (Transient Ischemic Attack) = kortdurende afsluiting van een bloedvat in de hersenen
  • Een of meerdere beroertes 

Slide 16 - Diapositive

SYMPTOMEN
  • Langzamer denken, spreken en handelen
  • Concentratie gaat achteruit
  • Moeilijker meerdere dingen tegelijk doen
  • Eventueel lichamelijke verschijnselen (wankeler of langzamer lopen)
  • Eventueel verlamming
  • Eventueel gevoelsverlies


Slide 17 - Diapositive

BEHANDELINGEN
  • Risicofactoren voor onderliggende hart- of vaatziekten  zoals hoge bloeddruk behandelen om verdere schade zo veel mogelijk te beperken
  •  Soms bloedverdunners gegeven
  • Bij andere patiënten lijkt het juist beter bepaalde medicijnen te stoppen omdat ze complicaties kunnen geven

Slide 18 - Diapositive

VERGEETACHTIGHEID
  • De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat het tempo van het geheugen verandert
  •  Met het ouder worden gaat alles meer tijd kosten
  •  Het geheugen heeft dan meer tijd nodig om informatie op te slaan of om herinneringen weer op te halen

Slide 19 - Diapositive

DELIER
  • = een voorbijgaande toestand van acute verwardheid 


Slide 20 - Diapositive

SYMPTOMEN
  • Angst
  • Onrust
  • Veranderd gedrag
  • Wisselend bewustzijn 
  • Moeite met concentratie en aandacht  
  • Hallucinaties
  • De symptomen van een delier kunnen erg lijken op die van dementie

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

FUNCTIONELE ACHTERUITGANG
  • Incontinentie

  • Mobiliteit

  • Vallen 

Slide 23 - Diapositive

INCONTINENTIE
Vormen:

  • Urine-incontinentie
  • Fecale incontinentie
  • Anale incontinentie

Slide 24 - Diapositive

VOORBEELD VAN URINE-INCONTINENTIE
Stressincontinentie

  • Heeft niets met psychische stress te maken
  •  Stress verwijst in dit geval naar de drukverhoging in de buikholte die ertoe leidt dat er ongewild urine verlies is
  •  Dit gebeurt bij lichamelijke inspanningen als sporten, hoesten en tillen


Slide 25 - Diapositive

OORZAKEN INCONTINENTIE
  • Ziekten van blaas, sluitspieren, bekkenbodem, darmen, endeldarm
  • Ziekten van zenuwstelsel
  • Problemen met mobiliteit en obstakels
  • Problemen met cognitie
  • Bijwerkingen van medicijnen

Slide 26 - Diapositive

BEHANDELING VAN INCONTINENTIE

  • Men denkt dat incontinentie iets is wat nu eenmaal bij het ouder worden hoort
  •  Ook al kunnen niet alle cliënten (volledig) continent blijven, onnodige incontinentie bij ouderen is wel degelijk te voorkomen

  • Denk hierbij aan ondersteuning bij en adviezen over:
  • toiletgang
  • verminderen van obstakels en verbeteren van de mobiliteit
  • voorkomen en beperken van incontinentieletsel
  • gebruik incontinentiemateriaal
  • omgaan met schaamte en sociale isolatie
  • incontinentieverpleegkundige


Slide 27 - Diapositive

MOBILITEIT
= Het vermogen om je fysiek voort te bewegen zonder hulpmiddel 

Mobiliteitsproblemen: slechter lopen en/of bewegen en vallen zonder duidelijke oorzaak

Slide 28 - Diapositive

OORZAKEN MOBILITEITSKLACHTEN
  • Combinatie van meerdere aandoeningen 
  • Aandoeningen van het bewegingsapparaat
  • Visusproblemen, 
  • Verminderde balans 
  • Hart-en longziekten  
  • Afgenomen spierkracht
  • Medicatie speelt vaak ook een belangrijke rol bij vallen

Slide 29 - Diapositive

BEHANDELING
Door middel van onderzoeken probeert de arts de oorzaak van de klachten te achterhalen
 Dit kan onder andere bestaan uit:
  • Lichamelijk onderzoek
  • Een bloeddrukmeting 
  • Een spierkrachtmeting
  • Een hartfilmpje (ECG) 
  • Bloedonderzoek
  • Soms een scan van de hersenen 

Slide 30 - Diapositive

ZINTUIGLIJKE ACHTERUITGANG
Achteruitgang van:

  • Zicht (kleiner gezichtsveld)
  • Gehoor (verminderen of afwezigheid geluidsprikkels)
  •  Geur en smaak 
  • Evenwichtsgevoel
  • Gevoel: via aanraking ervaren (blijft lang goed)



Slide 31 - Diapositive

GEWICHTSVERLIES
Gewichtsverlies bij ouderen is vaak onvrijwillig en ongewenst

Het kan samenhangen met:
  •  Ziekten
  • Medicatiegebruik 
  • Zorgafhankelijkheid
  •  Psychische en sociale factoren

Slide 32 - Diapositive

GEVAREN GEWICHTSVERLIES BIJ OUDEREN

  • Bij afvallen wordt niet alleen vet, maar ook spiermassa afgebroken 
  • Hierdoor gaat de spierkracht achteruit 
  • Botten worden minder sterk bij gewichtsverlies
  • Tekorten aan vitamines en mineralen


Slide 33 - Diapositive

MEDICATIE BIJ OUDEREN
  • Bij ouderen worden doorgaans meer bijwerkingen gezien 
  • Dit wordt niet alleen veroorzaakt doordat ouderen gevoeliger zijn voor bijwerkingen van geneesmiddelen, maar ook door het gelijktijdig gebruik van meerdere geneesmiddelen = polyfarmacie
  • Ook interacties van geneesmiddelen spelen een rol.

Slide 34 - Diapositive

RISICO'S DEEL 1
Ieder geneesmiddel dat duizeligheid en/of sufheid kan geven, verhoogt het risico dat mensen gedesoriënteerd raken, vallen en iets breken:

  • Slaap- en kalmeringsmiddel
  • Diuretica (plasmiddelen) 
  • Cardiovasculaire middelen
  • Pijnstillers
  • Antidepressiva en antipsychotica
  • Anti-epileptica


Slide 35 - Diapositive

RISICO'S DEEL 2
  •  Bij het ouder worden neemt de lever- en nierfunctie vaak af, waardoor medicijnen minder en/of trager worden afgebroken
  • Ook verandert met het ouder worden de lichaamssamenstelling (meer vet, minder spier, minder water) Dit in combinatie met interacties van meerdere medicijnen op elkaar, leidt makkelijker tot bijwerkingen en medicijnvergiftiging bij ouderen 
  • Het kan voor ouderen moeilijk zijn sommige medicatie in te nemen

Slide 36 - Diapositive

KWETSBAARHEID
  • Comorbiditeit

  • Eenzaamheid 

  • Depressie

  • Afhankelijkheid

Slide 37 - Diapositive

COMORBIDITEIT
= het bestaan van één of meer (chronische) aandoeningen naast de zogenoemde indexziekte/hoofddiagnose waar de meeste aandacht naar uitgaat
 Indien er geen indexziekte/hoofddiagnose wordt onderscheiden en er wel sprake is van meerdere chronische aandoeningen, spreekt men van multimorbiditeit

Slide 38 - Diapositive

EENZAAMHEID
  • Eenzaamheid is een gevoel van gemis aan sociale relaties
  •  Eenzaamheid is voor iedereen anders en daarom ook niet voor iedereen gemakkelijk op te lossen
  •  Ouderdom brengt vaak een verlies van waardevolle relaties met zich mee, een belangrijke oorzaak van eenzaamheid

Meer dan de helft van de 75 plussers voelt zich eenzaam


Slide 39 - Diapositive

OORZAKEN
  • Het overlijden van een partner of andere leeftijdsgenoten
  • Beperkte mobiliteit 
  • Achteruitgang in fysiek en mentaal functioneren
  • We worden steeds ouder
  • We wonen langer thuis  
  • De fysieke afstand tot kinderen is groter dan vroeger

Slide 40 - Diapositive

DEPRESSIE
  • Een depressie bij ouderen komt vaak voor, maar wordt ook vaak niet herkend 

  • Meer dan 20 procent van de ouderen heeft lichte tot ernstige klachten

  •  Deze klachten worden vaak toegeschreven aan de leeftijd 

  • Hierdoor krijgen veel ouderen niet de hulp die ze nodig hebben

Slide 41 - Diapositive

OORZAKEN DEPRESSIE
  • Erfelijkheid
  • Eenzaamheid
  • Verdriet en rouw vanwege het verlies van dierbaren
  • Al een ziekte hebben
  • Minder mobiel zijn/worden
  • Gebruik van medicijnen, hormonen, alcohol en drugs 

Slide 42 - Diapositive

SYMPTOMEN BIJ OUDEREN
  • Somber zijn
  • Lusteloos (stemming is mat en vlak)
  • Geen energie hebben
  • Moeite hebben met slapen, zowel het inslapen als ook het doorslapen
  • Concentratieproblemen
  • Vergeetachtig zijn
  • Prikkelbaar zijn
  • Zich eenzaam voelen
  • Piekeren

Slide 43 - Diapositive

AFHANKELIJKHEID
  • Afhankelijkheid wordt bepaald door het fysiek en mentaal functioneren 
  •  Volledige afhankelijkheid kan uiteindelijk resulteren in een opname in een verzorgings- of verpleeghuis
  • Richten op het behoud of verbeteren van het functioneren van ouderen

Slide 44 - Diapositive

SPECIALE ZORG VOOR KWETSBARE OUDEREN
  • Mantelzorg

  • Verpleeghuiszorg 

Slide 45 - Diapositive

MANTELZORG
  • = alle hulp aan een hulpbehoevende door iemand uit diens directe sociale omgeving 
  • Ook minder intensieve hulp, de hulp aan huisgenoten en de hulp aan instellingsbewoners vallen hieronder
  •  Mantelzorg is hulp die verder gaat dan de zogenoemde ‘gebruikelijke hulp’.

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Vidéo

VERPLEEGHUISZORG
  • Als iemand door een chronische ziekte of beperking niet meer zelfstandig kan wonen
  •  Verpleeghuiszorg is voor mensen die 24 uur per dag zorg of toezicht nodig hebben
  •  Verpleeghuiszorg wordt betaald uit de Wet langdurige zorg (Wlz) en wordt vaak geboden in verpleeghuizen
  •  Deze zorg ook kan ook in andere woonvormen
  •  Voor verpleeghuiszorg heb je een indicatie nodig. Deze kun je aanvragen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

Slide 48 - Diapositive

EUTHANASIE
  • = hulp bij sterven

  • Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)

  • Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn

  • Bij hulp bij zelfdoding geeft de arts een dodelijk medicijn aan de patiënt. Maar de patiënt neemt deze zelf in.

Slide 49 - Diapositive

6 ZORGVULDIGHEIDSEISEN UIT DE WET
  • Vrijwillig en goed over nagedacht (wilsbekwaam)
  • Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
  •  Informeren over de situatie en de vooruitzichten
  • Geen redelijke andere oplossing
  • Raadplegen onafhankelijke arts
  • Medisch zorgvuldige uitvoering (richtlijn volgen)

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Vidéo