6.1 vooruitgang en onrust

6.1 vooruitgang en onrust
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

6.1 vooruitgang en onrust

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel vrije dagen in één jaar had je rond 1955 denk je?
A
5-10
B
10-15
C
15-20
D
20-25

Slide 2 - Quiz

Sinds wanneer is zaterdag een 'vrije' dag?
A
Dat is altijd zo geweest.
B
1940
C
1950
D
1960

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen
• Weet je welke vooruitgang sinds de Tweede Wereldoorlog in Nederland geboekt werd;
• Kun je uitleggen hoe de opvattingen vanaf de jaren 1960 veranderden;
• Kun je uitleggen wat de gevolgen van de toegenomen welvaart op
langere termijn zijn;
• Begrijp je dat welvaart niet voor iedereen vanzelfsprekend is.

Slide 4 - Diapositive

Vooruitgang na de Tweede Wereldoorlog.
Het land en de economie moest herstellen. De overheid ging mensen ook helpen.

AOW: Algemene Ouderdomswet (1947)

Uitkering bij ziekte, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid.

Hierdoor kwam er sociale zekerheid.

Nederland werd een verzorgingsstaat.




Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Sociale zekerheid

Slide 7 - Diapositive

Verzorgingsstaat
AOW
Sociale zekerheid
Algemene Ouderdomswet
Het geheel van regelingen voor
mensen die minder goed voor zichzelf kunnen
zorgen.
Staat waarin de overheid zorgt
voor mensen die minder goed voor zichzelf
kunnen zorgen.

Slide 8 - Question de remorquage

Andere opvattingen
Door de moderne ontwikkelingen gebeurden er twee veranderingen:

Ontkerkelijking: minder mensen gingen naar de kerk en de kerk kreeg minder invloed.

Individualisering: mensen ontwikkelden een eigen mening en keken meer naar zichzelf. Mensen werden kritischer.

Slide 9 - Diapositive

Jongeren
Bleven langer op school. 

Werden een aparte bevolkingsgroep en gingen zich kritisch opstellen tegen ouders, kerk school en politie (autoriteiten) 

nozems, provo's.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Welke info over jongeren in de jaren 50, 60 en 70 kun je terugvinden in de vorige twee filmpjes?
Dit zie je terug.
Dit zie je niet terug.
Jongeren komen ook op voor andere mensen in de hele wereld.
Jongeren komen op voor hun individuele rechten.
Jongeren zijn erg gehoorzaam voor de autoreiten.
Jongeren gebruiken veel geweld tegen de atoriteiten.

Slide 12 - Question de remorquage

Gevolgen van de welvaart
Door globalisering, individualisering en ontkerkelijking veranderde de westerse cultuur.

Gevolg: meer diversiteit.

Er ontstond een samenleving met verschillende groepen mensen: pluriforme samenleving.

Slide 13 - Diapositive

Oorzaak
Gevolg
Individualisering
Pluriforme samenleving
Ontkerkelijking
Globalisering
Diversiteit

Slide 14 - Question de remorquage

Pluriforme samenleving
Er kwamen meer rechten en acceptatie voor:
- vrouwen.
- mensen uit andere landen
- mensen van alle geaardheden.

Slide 15 - Diapositive

Stel jij zou homoseksueel zijn in 1970 en 'betrapt' worden door de autoriteiten. Wat was destijds het gevolg denk je?
A
Je krijgt huisarrest.
B
Je moet naar een kostschool.
C
Je krijgt een geldboete.
D
Een gevangenisstraf van 4 jaar.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Wereldcrisis

De verzorgingsstaat is duur. Als het dus slecht gaat met de economie wordt er vaak bezuinigd op de sociale zekerheid.

Voorbeeld: lagere uitkeringen of hogere pensioensleeftijd.


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Wat was een gevolg van de economische crisis in 1973 en 2008?
De overheid moest bezuinigen op de verzorgingsstaat. Nederland werd een participatiesamenleving.
Wat wordt daarmee bedoeld?
  • Mensen die dat kunnen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen leven en hun eigen omgeving.
 

Slide 20 - Diapositive

Verzorgingsstaat
Participatiesamenleving
Je moet werk doen voor de gemeente als je geen baan kunt vinden. Een tegenprestatie voor je uitkering.
Mensen moeten zelf voor hun bejaarde ouders zorgen. Mantelzorg heet dat.
Het arbeidsbureau gaat een baan voor je proberen te zoeken zodat je weer aan de slag kunt als je werkloos bent.
Alle mensen met een bepaalde handicap krijgen een vast bedrag per maand om van rond te komen.

Slide 21 - Question de remorquage

Aan de slag

Maak opdracht 1 t/m 8 van 6.1 

Klaar? 
- Oefen de begrippen van deze paragraaf
- Maak een samenvatting 
- Overhoor elkaar
- Herhaling en/of verdieping maken


Slide 22 - Diapositive