6.1 vooruitgang en onrust

6.1 vooruitgang en onrust
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

6.1 vooruitgang en onrust

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel vrije dagen in één jaar had je rond 1955 denk je?
A
5-10
B
10-15
C
15-20
D
20-25

Slide 2 - Quiz

Sinds wanneer is zaterdag een 'vrije' dag?
A
Dat is altijd zo geweest.
B
1940
C
1950
D
1960

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen
• Weet je welke vooruitgang sinds de Tweede Wereldoorlog in Nederland
geboekt werd;
• Kun je uitleggen hoe de opvattingen vanaf de jaren 1960 veranderden;
• Kun je uitleggen wat de gevolgen van de toegenomen welvaart op
langere termijn zijn;
• Begrijp je dat welvaart niet voor iedereen vanzelfsprekend is.

Slide 4 - Diapositive

Vooruitgang na de Tweede Wereldoorlog.
Het land en de economie moest herstellen. De overheid ging mensen ook helpen.

AOW: Algemene Ouderdomswet (1947)

Uitkering bij ziekte, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid.

Hierdoor kwam er sociale zekerheid.

Nederland werd een verzorgingsstaat.




Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Sociale zekerheid

Slide 8 - Diapositive

Verzorgingsstaat
AOW
Sociale zekerheid
Algemene Ouderdomswet
Het geheel van regelingen voor
mensen die minder goed voor zichzelf kunnen
zorgen.
Staat waarin de overheid zorgt
voor mensen die minder goed voor zichzelf
kunnen zorgen.

Slide 9 - Question de remorquage

Andere opvattingen
Door de moderne ontwikkelingen gebeurden er twee veranderingen:

Ontkerkelijking: minder mensen gingen naar de kerk en de kerk kreeg minder invloed.

Individualisering: mensen ontwikkelden een eigen mening en keken meer naar zichzelf. Mensen werden kritischer.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Jongeren
Bleven langer op school. 

Werden een aparte bevolkingsgroep en gingen zich kritisch opstellen tegen ouders, kerk school en politie (autoriteiten) 

nozems, provo's.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Welke info over jongeren in de jaren 50, 60 en 70 kun je terugvinden in de vorige twee filmpjes?
Dit zie je terug.
Dit zie je niet terug.
Jongeren komen ook op voor andere mensen in de hele wereld.
Jongeren komen op voor hun individuele rechten.
Jongeren zijn erg gehoorzaam voor de autoreiten.
Jongeren gebruiken veel geweld tegen de atoriteiten.

Slide 15 - Question de remorquage

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 4 van 6.1
Werktijd: 10-15 minuten, daarna klassikaal bespreken.

Ben je klaar? Maak de atlas oefenvragen op beginners niveau.

Slide 16 - Diapositive

Gevolgen van de welvaart
Door globalisering, individualisering en ontkerkelijking veranderde de westerse cultuur.

Gevolg: meer diversiteit.

Er ontstond een samenleving met verschillende groepen mensen: pluriforme samenleving.

Slide 17 - Diapositive

Oorzaak
Gevolg
Individualisering
Pluriforme samenleving
Ontkerkelijking
Globalisering
Diversiteit

Slide 18 - Question de remorquage

Pluriforme samenleving
Er kwamen meer rechten en acceptatie voor:
- vrouwen.
- mensen uit andere landen
- mensen van alle geaardheden.

Slide 19 - Diapositive

Stel jij zou homoseksueel zijn in 1970 en 'betrapt' worden door de autoriteiten. Wat was destijds het gevolg denk je?
A
Je krijgt huisarrest.
B
Je moet naar een kostschool.
C
Je krijgt een geldboete.
D
Een gevangenisstraf van 4 jaar.

Slide 20 - Quiz

Artikel 1

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”
Artikel 7

Als burger mag je
vinden wat je vindt. De overheid mag zich
daar vooraf niet mee bemoeien. Maar dat
betekent niet dat je zomaar van alles kunt
zeggen. In de wet staat ook dat je achteraf
wel verantwoordelijkheid draagt voor wat je
gezegd hebt.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Wereldcrisis

De verzorgingsstaat is duur. Als het dus slecht gaat met de economie wordt er vaak bezuinigd op de sociale zekerheid.

Voorbeeld: lagere uitkeringen of hogere pensioensleeftijd.


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Participatiesamenleving.
De verzorgingsstaat bleek te duur. Nu lever we in een participatiesamenleving.

 samenleving waarin
iedereen die dat kan, verantwoordelijkheid
neemt voor, en actief bijdraagt aan, zijn of haar
eigen leven en omgeving

Slide 25 - Diapositive

Wat was een gevolg van de economische crisis in 1973 en 2008?
De overheid moest bezuinigen op de verzorgingsstaat. Nederland werd een participatiesamenleving.
Wat wordt daarmee bedoeld?
  • Mensen die dat kunnen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen leven en hun eigen omgeving.
 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Verzorgingsstaat
Participatiesamenleving
Je moet werk doen voor de gemeente als je geen baan kunt vinden. Een tegenprestatie voor je uitkering.
Mensen moeten zelf voor hun bejaarde ouders zorgen. Mantelzorg heet dat.
Het arbeidsbureau gaat een baan voor je proberen te zoeken zodat je weer aan de slag kunt als je werkloos bent.
Alle mensen met een bepaalde handicap krijgen een vast bedrag per maand om van rond te komen.

Slide 28 - Question de remorquage

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag
Maak opdracht 5 t/m 8 van 6.1 

Klaar? Maak de verdieping op bladzijde 55

Klaar? Ga verder met Atlasvaardigheden.

Slide 30 - Diapositive