2.1 Periodiek Systeem

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 2: Bouwstenen van stoffen

9 okt. S.O

Het gaat over Hst.1 en het 3e jaar kennis

Benodigdheden

Voor scheikunde moet je volgende zaken ALTIJD bij je hebben:

• Rekenmachine
• BiNaS
• Boek
• Schrift
• Pen, potlood en geo-driehoek

H2 Theorie

2.1 Het periodiek systeem

Lesdoelen

• Je kunt het atoommodel van Rutherford en  Bohr beschrijven en gebruiken om een atoom weer te geven;
• Je kunt uitleggen hoe het periodiek systeem der elementen is opgebouwd;
• Je kunt aangeven waar in het periodiek systeem  zich de groepen alkalimetalen, halogenen en edelgassen zich bevinden;
• Je kunt de eigenschappen van de elementen in deze groepen met betrekking tot chemische reacties uitleggen aan de hand van het periodiek systeem 

Hoeveel van elk in een atoom?

• Atoomnummer = Aantal protonen (De naam van het atoom)
• Massagetal = Aantal neutronen + protonen 
• Aantal elektronen = aantal protonen (NIET voor ionen!)

Neem Fluor als voorbeeld

Atoommodel van Rutherford

Atoommodellen

Dalton                                      Rutherford                             Bohr

Groepen en periodes

Groepen en periodes

Alkalimetalen 

• Groep 1 uit het periodiek systeem;
• Extreem reactief

Alkalimetalen 

• Natrium is een alkalimetaal;
• Het heeft 1 elektron in de buitenste schil (net als alle alkalimetalen)
• Hoe kan natrium een volle buitenste schil krijgen?

Door 1 elektron af te staan

Halogenen 

• Groep 17
• 1 elektron verwijderd van een volle buitenste schil

Halogenen

• fluor is een halogeen;
• Hoe kan fluor een volle buitenste schil krijgen?

Door een elektron met een ander atoom te delen 

Op de atoombinding komen we later nog op terug. 

Edelgassen

• Groep 18 van het periodiek systeem

Edelgassen 

• Net als alle edelgassen heeft neon een volle buitenste schil;
• Dit is energetisch erg gunstig en dus reageren ze met niets.

Isotopen

Het aantal protonen voor een atoomsoort staat vast. Atomen van dezelfde soort kunnen wel een variabel aantal neutronen hebben.

Voorbeeld: er bestaan drie isotopen van waterstof:

Isotopen - notatie

isotopen: atomen van dezelfde atoomsoort met een verschillend aantal neutronen /                                                                                                                                massagetal

Er zijn twee internationale manieren om isotopen te noteren, je moet ze allebei kunnen gebruiken:

                                     notatie 1                                            notatie 2

                                                                                   

§2.2 Bouw van een atoom - Isotoop

• Zelfde element, ander massagetal
• => verschillend aantal neutronen 

Lesdoelen

• Je kunt het atoommodel van Bohr beschrijven en gebruiken om een atoom weer te geven;
• Je kunt uitleggen hoe het periodiek systeem der elementen is opgebouwd (Groepen en Periodes);
• Je kunt aangeven waar in het periodiek systeem  zich de groepen alkalimetalen, halogenen en edelgassen zich bevinden;
• Je kunt de eigenschappen van de elementen in deze groepen met betrekking tot chemische reacties uitleggen aan de hand van het periodiek systeem 
• je kunt uitleggen wat  de isotopen zijn

Nu;

Maak de opgaven; 2,3,6,8,12,13,14,15,17.