Werkwoordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Dinsdag 1 februari

Op tafel: leesboek en telefoon

10 minuten lezen in 'Alaska'

Wie heeft er vragen over de toets van donderdag?

Bij welke bladzijde ben je?

Wat vind je van het boek?

😒🙁😐🙂😃

Werkwoordsoorten

persoonsvorm - voltooid deelwoord - hele werkwoord

Er zit altijd een persoonsvorm in een zin!

Voorbeeldje

Ik vlieg met het vliegtuig.

Ik heb met het vliegtuig gevlogen.

Ik wil met het vliegtuig vliegen.

Even oefenen

Vraag: wat zijn de werkwoorden in deze zinnen en wat is het voor soort werkwoord?

Kies uit: persoonsvorm, voltooid deelwoord of heel werkwoord.

1. Ik zou mijn broertje van school ophalen.

2. Wij hebben een toets gemaakt.

3. Jullie gaan donderdag een toets maken.

4. Vind jij dit een lastige opdracht?

Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
De hond at een koekje.

1. tt
2. vt

Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
Kom jij ook op mijn verjaardag?

1. tt
2. vt

Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
De zoemer klonk luid.

1. tt
2. vt

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

Welke regel gebruik je NIET als je persoonsvorm in de tegenwoordige tijd wilt spellen?

1. Bij ik schrijf je de ik-vorm.
2. Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je de ik-vorm + t.
3. Bij ik schrijf je de stam van het werkwoord.
4. Bij wij, jullie en zij (meervoud) schrijf je het hele werkwoord.

Wat bekijk je allemaal
als je verkennend gaat lezen?

Wat is de bron
van een tekst?

Welke tekstdoelen ken je?

Afsluiting

Aanstaande donderdag grote toets Blok 2 (telt 3 keer).

In Somtoday staan twee bijlagen:

Woorden Over Taal

Theorie van Blok 2 (voor de mensen die nog geen boek hebben)