2B Les 2: 1.7 Grammatica herhalen klas 2 en wwg, lv

Welkom!
Pak je boek, pen en zet je tas op de grond.
  

Zit klaar zodat we direct met de les kunnen beginnen.

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak je boek, pen en zet je tas op de grond.
  

Zit klaar zodat we direct met de les kunnen beginnen.

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we deze les?
  • Doel
  • Zin ontleden
  • Persoonsvorm/zinsdelen/onderwerp/lijdend voorwerp
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Doel
Aan het einde van de les kan ik:

  •  Een zin in zinsdelen verdelen. 

  •  De persoonsvorm, het onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp benoemen in een zin. 
 

Slide 3 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Mijn moeder heeft een nieuwe broek gekocht.

Slide 4 - Carte mentale

Volgorde ontleden
  1. Onderstreep de persoonsvorm
  2. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen
  3. Benoem het werkwoordelijk gezegde
  4. Benoem het onderwerp
  5. Benoem het lijdend voorwerp

Slide 5 - Diapositive

Hoe vind jij de persoonsvorm?

Slide 6 - Question ouverte

Werkwoordelijk gezegde
Dat zijn alle werkwoorden in de zin

Splitsbaar werkwoord=opeten
Mo eet zijn ijsje op. 
wg= eet op

Slide 7 - Diapositive

Hoe vind jij het lijdend voorwerp?

Slide 8 - Carte mentale

Wat is het lijdend voorwerp?
Zou jij een broertje willen hebben?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm?
Boris droomt van vliegende beesten.
A
Boris
B
droomt
C
vliegende
D
beesten

Slide 10 - Quiz

Zet de zin in zinsdelen.
De zingende koeien eten een grote slagroomtaart.
A
De/zingende koeien/eten/een grote slagroomtaart
B
De zingende koeien/eten/een grote slagroomtaart
C
De zingende koeien eten/een grote slagroomtaart
D
De zingende koeien/eten/een grote/ slagroomtaart

Slide 11 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De kleine mus heeft een klein wormpje gevangen.
A
heeft
B
gevangen
C
heeft gevangen
D
heeft een klein wormpje gevangen

Slide 12 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De meisjes zijn aan het tiktokken.
A
De meisjes
B
zijn aan het
C
zijn aan het tiktokken
D
zijn tiktokken

Slide 13 - Quiz

Ontleed deze zin:
Die belangrijke wedstrijd hebben ze helaas gemist
1= persoonsvorm / 2= werkwoordelijk gezegde / 3=onderwerp/ 4= lijdend voorwerp

Slide 14 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Hoofdstuk 1.7 Grammatica

Opdrachten: 3, 4, 5, 6, 7 en 8
Dit maak je in het boek. 

Slide 15 - Diapositive