Psychologie les 5_Humanistische psychologie

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Psychologie 1

Les 5

Humanistische psychologie

Humanisme

• Ontstaan  in de 16e eeuw met als grondleggers Maslow en Rogers
• Vanaf de 20e eeuw een niet-religieuze levensbeschouwing
• De mens en zijn bewustzijn staan centraal; in het hier en nu
• Menselijke waardigheid, subjectiviteit, centralisme, zelfontplooiing, vrijheid, verantwoordelijkheid en zelfbeschikking staan centraal.
• Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun leven
• De mens is altijd in ontwikkeling
• Doel = bevrijden van belemmeringen

Abraham Maslow

... is een van de grondleggers van de humanistische psychologie.

Primaire levensbehoeftes

Zaken die je nodig hebt om te overleven.

Waar kun je Kitty's spreekangst in de piramide aanwijzen?

1. Fysiologische behoeften (honger, dorst, etc)
2. Veiligheid, bescherming, zekerheid, orde
3. Affectie (liefde en genegenheid)
4. Kennis

Gevolgen

Hoewel de spreekangst vooral te vinden is in de laag 'veiligheid' heeft dit invloed op allerlei andere lagen.

• Fysiologische behoeften: misschien krijgt Kitty geen hap meer door haar keel van de stress
• Ze zal de waardering van klasgenoten en docenten niet ervaren
• Ze zal wellicht vastlopen in haar behoefte aan het verwerven van kennis
• Het zal haar misschien tegenhouden om haar talenten te ontwikkelen

Kritiek

Kritiek op Maslow bestaat er vaak uit dat de stricte volgorde van de piramide niet altijd opgaat. Mensen met gezondheidsproblemen komen bijvoorbeeld soms prima toe aan ontwikkeling van hun talenten (Paralympics!)

Grondhoudig MZ'er volgens Carl Rogers

A. Echtheid 

B. Onvoorwaardelijke positieve acceptatie

C. Empathie= inlevingsvermogen

Jouw cliënt blijkt zijn dochter te slaan.
Welke grondhouding van Rogers lijkt jou hierin het lastigste om toe te passen?

Wat vinden jullie de + en - van de humanistische psychologie?

Samenvatting portfolio opdrachten

1.  Verslag over de toepassing van de 3 grondhoudingen van Rogers en jouw interne en externe dialoog bij de 5 voorbeelden uit dia 26

2. Antwoord op de verdiepingsvraag uit dia 38: Is de mens van nature goed?