lesson 17
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
0
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Lien
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Present simple: vul het juiste woord in
.............he like to eat hotdogs?
.............he like to eat hotdogs?
A
Did
B
Do
C
Does
D
Doesn't
Slide 8 - Quiz
Choose the right verbs in the present simple.
...(Do) you ...(like) to play with cars?
...(Do) you ...(like) to play with cars?
timer
0:30
A
Doesn't, like
B
Do, like
C
Does, likes
D
Does, like
Slide 9 - Quiz
Hoe maak je een vraag in de
PRESENT SIMPLE?
PRESENT SIMPLE?
A
Het hele werkwoord vooraan
B
Do/Does vooraan en dan het hele werkwoord
C
Am/Is/Are vooraan en dan hele werkwoord
D
have/has vooraan en dan het hele werkwoord
Slide 10 - Quiz
Schrijf op:
De present continuous van "I walk"
De present continuous van "I walk"
Slide 11 - Question ouverte
Staat het bijwoord op de juiste plek?:
Louise was never nervous about anything.
Louise was never nervous about anything.
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Staat het bijwoord op de juiste plek?:
We have usually a great time.
We have usually a great time.
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Staat het bijwoord op de juiste plek?:
I never feel relaxed after a match.
I never feel relaxed after a match.
A
Ja
B
Nee
