Basis: 4.1 Een land om trots op te zijn

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom in de geschiedenisles!

Wat gaan we doen vandaag?

-Lesdoelen

- we nemen de les door, we bekijken de theorie en filmpjes

-Opdrachten maken in het boek

-Afsluiting  

Lesdoelen

Aan het eind van deze les: 

• Wat is Nationalisme

• Wat is militarisme

• welke bondgenootschappen waren er ontstaan?

Wat viel je op aan het filmpje?

Nationalisme

• Enorme trots op je eigen volk

Wij zijn het beste!

En dat gaan we laten zien

we nemen de theorie door van stukje A

Militarisme

• Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft

• Militaire parades
• mensen overhalen om in het leger te gaan

Welk begrip past bij de vorige afbeelding?

1. Militarisme
2. Nationalisme
3. Bondgenootschappen
4. Imperialisme

Wat is militarisme?

1. Trots zijn op het eigen leger.
2. Militarisme?
3. Een erg groot leger hebben.
4. Een erg klein leger hebben.

Bondgenootschappen

De Geallieerden

Rood: Engeland, Frankrijk en Rusland

de centralen

Geel: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië

Wat betekent het begrip?
bondgenootschap

1. Dat je trots bent op je leger.
2. Dat je trots bent op je eigen land.
3. Dat je anderen landen veroverd voor meer macht.
4. Dat je elkaar helpt bij een oorlog.

Welke landen hoorde niet bij de centralen?

1. Engeland
2. Duitsland
3. Oostenrijk-Hongarije
4. Italië

Centralen

Geallieerden

Bij welk bondgenootschap hoorden deze landen?

Groot-Brittannië

Frankrijk

Rusland

Duitsland

Oostenrijk-Hongarije

Italië

Oorzaak en gevolg

In de geschiedenis denken we na over de oorzaken en gevolgen van een gebeurtenis.

• Directe oorzaken: we kunnen meteen zien waardoor iets gebeurd.
• Indirecte oorzaken: we kunnen niet meteen zien waardoor iets gebeurd.

Oorzaak en gevolg

In de geschiedenis denken we na over de oorzaken en gevolgen van een gebeurtenis.

• Gevolg op korte termijn: meteen zichtbaar.
• Gevolg op lange termijn: duurt langer voordat we dat kunnen zien.

termijn

Ander woord voor periode. Bijvoorbeeld; drie weken of een jaar of dertig jaar.

Wat is een indirecte oorzaak?

1. Je kan meteen zien waardoor iets gebeurd.
2. Je kan niet meteen zien waardoor iets gebeurd.

Wat is een directe oorzaak?

1. Je kan meteen zien waardoor iets gebeurd.
2. Je kan niet meteen zien waardoor iets gebeurd.

Wat is een gevolg op korte termijn?

1. Je kan meteen zien wat er gebeurd.
2. Het duurt langer voordat je ziet wat er gebeurd.

Wat is een gevolg op lange termijn?

1. Je kan meteen zien wat er gebeurd.
2. Het duurt langer voordat je ziet wat er gebeurd.

Opdrachten

Paragraaf 4.1 Een land om trots op te zijn
Opdrachten: 1 t/m 7
LB blz. 92 t/m 95

Klaar ?

- Laat je werk aan de docent zien, kijk het zorgvuldig na volgens de afspraak.

-huiswerk afmaken leren, tekenen of lezen

Afsluiting

•   Wat is nationalisme?

• Wat is militarisme?

• Wat is een wapenwedloop?

• Welke twee bondgenootschappen zijn ontstaan?

Fijne dag!