7.2 Kb + 7.3 bijzondere zuren en basen

Kb en bijzondere zuren en basen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Kb en bijzondere zuren en basen

Slide 1 - Diapositive

Deze les
  • Vragen huiswerk
  • Uitleg 7.2 Kb en verband Kb-Kz
  • Zuur/base quiz in Lessonup
  • Uitleg 7.3 bijzondere zuren en basen
  • Lees 'instabiele zuren' blz. 26
  • Maken 13, 14B, 16, 18, 19, 21 t/m 25
  • Wil je uitdaging? Maak dan 20.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt de evenwichtsvoorwaarde met de Kb opstellen. 
  2. Je weet wat het verband is tussen Kb en Kz
  3. Je weet dat er zouten zijn die zure of basische eigenschappen hebben 
  4. Je weet van het bestaan van gehydrateerde metaalionen. 
  5. Je kunt van amfifiele stoffen aan de hand van de Kb en de Kz redeneren wat de pH zal zijn van de oplossing. 

Slide 3 - Diapositive

Baseconstante Kb
IO3- (aq) + H2O (l) <-> OH- (aq) + HIO3 (aq)

Kb = 

Hoe groter Kb, hoe sterker de (zwakke) base 

BINAS 49

Slide 4 - Diapositive

Verband Kb en Kz
HZ + H2O <-> H3O+ + Z-  en Kz = 
Z- + H2O <-> OH- + HZ                    en Kb = 

Kz * Kb =                *               =                     = Kw

dus Kz * Kb = 1,0*10-14 bij 298 K
HZZH3O+
ZHZOH
HZZH3O+
ZHZOH
H3O+OH

Slide 5 - Diapositive

In een 1 M HCL-oplossing heerst een
A
Hoge [H3O+] en hoge pH
B
Hoge [H3O+] en lage pH
C
Lage [OH-] en hoge pH
D
Lage [H3O+] en lage pH

Slide 6 - Quiz

Rangschik de volgende zuren en basen van sterk zuur naar sterke base, (bijv; 2, 4, 3, 1):
1 zwavelzuur 2 NaOH-opl
3 NH3 4 CH3COOH

Slide 7 - Question ouverte

Gegeven is het volgende evenwicht (zie bord)
Hoe verschuift het evenwicht bij het toevoegen van ammoniumnitraat (NH4NO3)
A
Naar links
B
Naar rechts

Slide 8 - Quiz

Gegeven is het volgende evenwicht (zie bord)
Hoe verschuift het evenwicht bij het verhogen van de pH
A
Naar links
B
Naar rechts

Slide 9 - Quiz

Gegeven is het volgende evenwicht (zie bord)
Hoe verschuift het evenwicht bij het verdunnen van de oplossing
A
Naar links
B
Naar rechts

Slide 10 - Quiz

Deze les
  • Vragen huiswerk
  • Uitleg 7.2 Kb en verband Kb-Kz
  • Zuur/base quiz in Lessonup
  • Uitleg 7.3 bijzondere zuren en basen
  • Lees 'instabiele zuren' blz. 26
  • Maken 13, 14B, 16, 18, 19, 21 t/m 25
  • Wil je uitdaging? Maak dan 20.

Slide 11 - Diapositive

Zouten met basische of zure eigenschappen
  • Veel zouten zijn basen. 
  • Het basische ion zit dan vaak vastgeplakt aan K+ of Na+
  • NH4+ is een ion met zure eigenschappen. 
Bij basische zouten waarin in de tekst staat dat het gaat om een vaste stof, schrijf je de hele stof. Gaat het om een oplossing? Schrijf je de base (aq)

Slide 12 - Diapositive

Gehydrateerde metaalionen
  • Sommige metaalionen worden in water gehydrateerd. 
  • Dit complex is dan een zwak zuur. 
  • vb: Fe3+, Cr3+, Al3+, Fe2+, Pb2+, Cu2+, Zn2+
  • 6 watermoleculen hydrateren 1 metaalion
  • Aantrekking op lading en delta- van O

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Meerwaardige zuren en basen
  • Sommige deeltjes kunnen meer H+ afstaan/opnemen
  • Dit gaat in verschillende stappen
  • pH wordt bepaald door eerste stap

Slide 15 - Diapositive

Amfolyten
  • Deeltjes kunnen als zuur en als base reageren
  • Ontstaan vaak uit meerwaardige zuren/basen
  • vb: HCO3- 
  • Is Kb groter dan Kz --> pH wordt basisch
  • Kz groter dan Kb --> pH wordt zuur
  • Kz = 4,7*10-11
  • Kb = 2,2*10-8

Slide 16 - Diapositive

Deze les
  • Vragen huiswerk
  • Uitleg 7.2 Kb en verband Kb-Kz
  • Zuur/base quiz in Lessonup
  • Uitleg 7.3 bijzondere zuren en basen
  • Lees 'instabiele zuren' blz. 26
  • Maken 13, 14B, 16, 18, 19, 21 t/m 25
  • Wil je uitdaging? Maak dan 20.

Slide 17 - Diapositive