H6 - §6.5 Energie

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §6.5
  • instructie §6.5
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§6.5 Energie
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §6.5
  • instructie §6.5
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§6.5 Energie

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk gemaakt?
Laat je huiswerk zien!

Slide 2 - Diapositive

Nakijken §6.3
We kijken na de sommen 37 t/m 49

Slide 3 - Diapositive

Vragen §6.4

Slide 4 - Diapositive

Terugblik

Slide 5 - Diapositive

Opgave 64

Slide 6 - Diapositive

Opgave 72

Slide 7 - Diapositive

§6.5 - Je leert
  • uitleggen wat het vermogen van een apparaat te maken heeft met het energiegebruik.
  • rekenen met energie = vermogen x tijd;
  • berekenen hoeveel je moet betalen als jet het energiegebruik kent.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Energiegebruik van elektrische apparaten
De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde gebruikt, noem je het vermogen van dat apparaat. 
De eenheid van vermogen is watt (W).

Slide 10 - Diapositive

Energiegebruik van elektrische apparaten
De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde gebruikt, noem je het vermogen van dat apparaat. 
De eenheid van vermogen is watt (W).


                          watt                                   kilo watt
: 1000
x 1000

Slide 11 - Diapositive

Energiegebruik van elektrische apparaten

Een apparaat met meer vermogen (meer Watt) is sterker dan een apparaat met minder vermogen.

Slide 12 - Diapositive

Energiegebruik van elektrische apparaten
Op het typeplaatje van een apparaat staat het vermogen vermeld van het apparaat.

Slide 13 - Diapositive

Energiegebruik berekenen


Waar hangt het Energiegebruik van een apparaat van af?

Slide 14 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Wat kost meer Energie? 15 minuten stofzuigen of 4 uur tv kijken?

Slide 15 - Diapositive

Wat kost meer Energie?
15 minuten stofzuigen of 4 uur tv kijken?
A
15 minuten stofzuigen
B
4 uur tv kijken
C
beide evenveel
D
kun je niet zeggen

Slide 16 - Quiz

Energiegebruik berekenen
Het Energiegebruik van een apparaat hangt af van het vermogen en de tijd dat het apparaat aanstaat.

energiegebruik = vermogen x tijd

Slide 17 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Het Energiegebruik van een apparaat hangt af van het vermogen en de tijd dat het apparaat aanstaat.


Slide 18 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Voorbeeld: Een stofzuiger heeft een vermogen van 1400 W en wordt op een dag 1,5 uur gebruikt.
Bereken hoeveel kWh de stofzuiger heeft gebruikt.

Slide 19 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Gegeven: P = 1400 W = 1,4 kW,      t = 1,5 h
Gevraagd: E in kWH

Formule:  E = P x t

Berekening: E = 1,4 x 1,5 = 2,1 kWh

Antwoord: Het energiegebruik van de stofzuiger is 2,1 kWh

Slide 20 - Diapositive

Energiekosten berekenen
De Energiekosten vind je door de energie te vermenigvuldigen met de prijs van 1 kWh.


Slide 21 - Diapositive

Energiekosten berekenen
Wat zijn de Energiekosten van de stofzuiger uit het voorbeeld?
1 kWh = €0,25

Energiekosten = energie x prijs van één kWh

Energiekosten = 2,1 x €0,25 = €0,53

Slide 22 - Diapositive

Even oefenen!
De lampen van het PSV stadion hebben een vermogen van 112 kW en staan gedurende 2,5 uur aan.
Bereken de Energiekosten.
1kWh = €0,25

Slide 23 - Diapositive

Even oefenen!
Gegeven: P = 112 kW,      t = 2,5 h
Gevraagd: Energiekosten in €
Formule:  E = P x t
Berekening: E = 112 x 2,5 = 280 kWh

Energiekosten = E x prijs van één kWh
Energiekosten = 280 x €0,25 = €70,00
Antwoord: De energiekosten van de verlichting is €70,00

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag!


  • Lezen §6.5 uit je boek
  • Maak opgaven 76 t/m 88
Zs

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag!


  • Lezen §6.5 uit je boek
  • Maak opgaven 76 t/m 88
Zf

Slide 26 - Diapositive

Wat weet je al???

Slide 27 - Diapositive

Hoeveel kW is 430 W?
A
0,43
B
4,3
C
43000
D
430000

Slide 28 - Quiz

Om de Energie te berekenen moet je
het vermogen P in ..... zetten?
A
W
B
kW
C
kWh
D
h

Slide 29 - Quiz

Het symbool voor de eenheid van Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh

Slide 30 - Quiz

Het symbool voor de grootheid Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh

Slide 31 - Quiz

Een gloeilamp heeft een vermogen van 60 W. De lamp brandt 10 uur.

Wat is het energieverbruik?
A
600 kWh
B
6 kWh
C
0,6 kWh
D
0,06 kWh

Slide 32 - Quiz

Je kunt nu .....
  • uitleggen wat het vermogen van een apparaat te maken heeft met het energiegebruik.
  • rekenen met energie = vermogen x tijd;
  • berekenen hoeveel je moet betalen als jet het energiegebruik kent.

Slide 33 - Diapositive

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage