Quiz tijdvak 6

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Quiz tijdvak 6

Regenten en vorsten

Tijdvak 6 is de periode .....

1. 1600-1700
2. 1500-1600
3. 1650-1750
4. 1700-1800

De VOC werd op initiatief van de Staten-Generaal opgericht, omdat...

1. Andere landen ook handelscompagnieën oprichtten
2. de concurrentie onder de vele handelscompagnieën moordend was
3. De scheepsbouw te stimuleren. Meer schepen leverden meer geld op.
4. De Staten-Generaal graag landen wilden veroveren

De VOC kreeg verschillende statelijke bevoegdheden. Welke hoort daar NIET bij?

1. Het voeren van oorlogen
2. Het sluiten van verdragen met buitenlandse vorsten
3. Het bouwen van forten en nederzettingen
4. Het ontbinden van de Staten-Generaal

De WIC was eigenlijk ook onderdeel van de strijd tegen Spanje in de Nederlandse Opstand.

1. Juist
2. Onjuist

De WIC voer op

1. Indonesië
2. Oostzeegebied
3. Scandinavië
4. Amerika

Transatlantische driehoekshandel hield in

1. Dat men luxeproducten ruilde voor slaven en die slaven ruilde voor tabak/koffie
2. Dat men in een driehoek van Willem van Oranje, Johan van Oldenbarneveld en Baltasar Gerards handel dreef
3. Dat men uit Japan goud haalde, dat verkocht in Indonesië , daar luxeproducten kocht en dit in Japan weer verkocht
4. Dat de VOC en WIC handelden met de Nederlandse overheid

Welke stad was in tijdvak 6 de belangrijkste stapelmarkt in Europa

1. Aken
2. Rotterdam
3. Amsterdam
4. Parijs

Maak het kenmerkend aspect af: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van .............

1. de tijd van regenten en vorsten
2. multinationals
3. een wereldeconomie
4. de Europese hervorming

In de Republiek was de macht in handen van ....

1. Regering
2. Adel
3. Regenten
4. Koning

Generaliteitslanden zijn....

1. Gebieden die rechtstreeks bestuurd worden door de Staten-Generaal
2. Bevriende buurlanden van de Republiek
3. Gebieden onder bewind van de VOC
4. De noordelijke gewesten

Waarover besliste de Staten Generaal niet?

1. leger en vloot
2. bestuur van de generaliteitslanden
3. belastingen in elk gewest
4. gezamenlijke buitenlandse politiek

wat betekent particularisme?

1. dat is een aandoening waarbij mensen geen partjes willen eten
2. elk partje van de sinaasappel heeft pitjes
3. de schil (Staten Generaal) bepaalt alles voor de gewesten
4. elk gewest maakte zijn eigen beslissingen op bepaalde gebieden

De Nederlandse Republiek was NIET bijzonder in de Gouden Eeuw omdat :

1. Zij geen koning had
2. Vrouwen ook mochten stemmen
3. Zij heel veel handel dreef
4. Er tolerantie was

Absolutisme betekent dat

1. De koning alles beslist
2. Het parlement alles beslist
3. Het volk alles beslist
4. Kinderen alles beslissen

aan wie legt lodewijk XIV verantwoording af?

1. aan het leger
2. aan god
3. aan het volk
4. aan de adel

Wat is GÉÉN kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?

1. Economische politiek van het mercantilisme
2. Bevorderen van de machtspositie van de adel
3. De hofcultuur van Versailles
4. Centralisatie van het landsbestuur

De Wetenschappelijke Revolutie was

1. Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
2. Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
3. Een tijd waarin wetenschap veranderde.
4. Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Hij kwam in conflict met de katholieke kerk, hij bouwde telescopen, hij ontdekte dat de maan het licht van de zon weerkaatste.... Wie o wie?

1. Copernicus
2. Gaileï
3. Huygens
4. Van Leeuwenhoek

Veel van de buitenlandse geleerden als Descartes kwamen naar Nederland, waardoor de cultuur tot bloei komt. Waarom kwamen ze juist naar de republiek?

1. hier was gewetensvrijheid
2. hier spreken mensen veel talen
3. Hier was iedereen gelijk
4. Hier was het klimaat beter

Wat stelde Newton vast?

1. Natuurwetten gelden altijd en overal
2. Natuurwetten gelden niet altijd
3. Alle voorwerpen oefenen aantrekkingskracht uit op elkaar
4. Sommige voorwerpen hebben geen last van zwaartekracht

Open vraag

Hessel Gerritszoon werd in 1617 als eerste benoemd tot officiële cartograaf van de VOC. Alle kapiteins van de VOC moesten na een reis verplicht hun logboeken en kaarten bij hem inleveren. Hessel Gerritszoon paste de kaarten aan, waarna ze bij een volgende VOC-reis weer werden meegegeven.

Leg uit dat de verplichting om kaarten en logboeken in te leveren de ontwikkeling van wereldwijde handelscontacten voor de VOC bevorderde.

KA TV 6

23 Het streven van vorsten naar absolute macht

24 De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

26 De wetenschappelijke revolutie