H3.3 Massa

Doelen
Aan het einde van de paragraaf kun je:
  • Uitleggen wat de wet van behoud van massa is
  • Rekenen met massaverhouding
  • Beredeneren welke stof in overmaat is
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Doelen
Aan het einde van de paragraaf kun je:
  • Uitleggen wat de wet van behoud van massa is
  • Rekenen met massaverhouding
  • Beredeneren welke stof in overmaat is

Slide 1 - Diapositive

Wet van behoud van massa

Slide 2 - Diapositive

Aantekening
Wet van behoud van massa zegt:
De massa van de beginstof(fen) is/zijn evenveel als de massa van de reactieproduct(en)
Voor de pijl even veel stof als na de pijl.

Slide 3 - Diapositive

Geef de (kloppende) reactievergelijking van de ontleding van water. Schrijf hem ook over in je schrift.

Slide 4 - Question ouverte

Molecuulmassa's
  • Elk atoom heeft een massa (P+ en N)
  • Alle massa's bij elkaar opgeteld is de molecuulmassa.
  • De massa's van atomen geven we weer in u. (atomaire massa-eenheid)
  • 1 u = 1,66 x 10-24 gram
  • Daarom rekenen we niet in grammen, dat zijn te kleine getallen. 

Slide 5 - Diapositive

Bereken de molecuulmassa's van water, waterstof en zuurstof. Deze zet je onder je reactievergelijking inclusief het aantal moleculen.

Slide 6 - Question ouverte

Wat valt je op aan de massa's voor en na de pijl?

Slide 7 - Question ouverte

Massa-verhouding
Stoffen reageren áltijd in een vaste verhouding met elkaar.
Uit 36 gram water ontstaat altijd: 4 gram waterstof en altijd 32 gram zuurstof.
Dit betekent dat als er 72 gram water ontleed er 8 gram waterstof ontstaat en 64 gram zuurstof.

Slide 8 - Diapositive

Aantekening:
Stappenplan rekenen met massaverhouding.
1. Geef de kloppende reactievergelijking
2. Zet de gegeven massaverhouding er onder of reken de molecuulmassa's uit.
3. Zet het gegeven erbij onder en het gevraagde
4. Maak een verhoudingstabel

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld
Waterstof wordt verbrand. Bereken de massaverhouding waarin waterstof en zuurstof met elkaar reageren.
2 H2  +  O2 --> 2 H2O
4 gram + 32 gram --> 36 gram
De kleinst mogelijke verhouding (:4)
1  :  8

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld
Waterstof wordt verbrand. Bereken hoeveel gram zuurstof je nodig hebt om 2 gram waterstof te verbranden. Hoeveel gram water ontstaat er dan? 
2 H2  +  O2 --> 2 H2O
Massa verhouding:
1 : 8 --> 9 
2: ? --> ? 

Slide 11 - Diapositive

Bereken de massaverhouding waarin zwavel verbrand tot zwaveldioxide.

Slide 12 - Question ouverte