Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Periode 3 | les 7 | werkwoordspelling
Nederlands
Periode 3
Les 7
werkwoordspelling
1 / 24
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
90 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands
Periode 3
Les 7
werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Beroepshouding
Boek mee -> vandaag lezen we niet
Lezen = lezen
Uitleg = opletten
Opdracht = doen
Werken = werken (geen spelletjes, geen socials)
Eten = niet in het lokaal
Slide 2 - Diapositive
In deze les
Lesdoelen
Kijk op periode 3
Werkwoordspelling: een korte uitleg + oefening
Zelf oefenen in Motile: CV en sollicitatiebrief nog niet laten beoordelen? Dat kan nu.
Opdrachten Motile afvinken
Slide 3 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
... snap je wanneer je een woord met een -d, -t of -dt moet schrijven in de tegenwoordige tijd.
... snap je wanneer je
't ex-kofschip
in moet zetten en hoe je dit kan gebruiken.
... heb je je CV of sollicitatiebrief laten beoordelen met een voldoende.
... heb je alles af van deze periode.
Slide 4 - Diapositive
Periode 3
Les 1: CV maken
Les 2: CV afronden en beoordeling
Les 3: solliciteren
Les 4: solliciteren afronden en beoordeling
Les 5: TOETS
Les 6: feedback ontvangen en geven
Les 7: werkwoordspelling (laatste kans beoordeling CV en sollicitatie)
Les 8: woordenschat
Slide 5 - Diapositive
Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
tegenwoordige tijd
lopen = ik loop - hij/zij/jij loop
t
wensen = ik wens - hij/zij/jij wens
t
vinden = ik vind - hij/zij/jij vind
t
beantwoorden = ik beantwoord - hij/zij/jij beantwoord
t
Uitzondering:
loop je/jij? wens je/jij? vind je/jij? beantwoord je/jij?
Slide 8 - Diapositive
De schat
bevind
zich op een verlaten eiland.
Hij
behoedt
je voor ergere dingen.
Het water
word
heel heet.
Braadt
jij de kippetjes alvast aan?
Soms
wordt
hij ineens heel boos.
Onthoud
je het nu voor de volgende keer?
goed
fout
goed
fout
goed
fout
Slide 9 - Question de remorquage
Slide 10 - Vidéo
verleden tijd
In
T
a
X
i
K
o
FSCH
i
P
? ja = -te, nee = -de
wensen = ik/jij/hij/zij wens
te
- wij wens
ten
schilderen = ik/jij/hij/zij schilder
de
- wij schilder
den
besteden = ik/jij/hij/zij beste
e
d
de
- wij beste
e
d
den
verloten = ik/jij/hij/zij verlo
o
t
te
- wij verlo
o
t
ten
Slide 11 - Diapositive
voltooid deelwoord
In
T
a
X
i
K
o
FSCH
i
P
? ja = -t, nee = -d
wensen = ik heb gewens
t
schilderen = wij hebben geschilder
d
besteden = hij heeft bestee
d
verloten = zij heeft verloo
t
Slide 12 - Diapositive
brommen - bromde - gebromd
pochen - pochde - gepochd
saboteren - saboteerte - gesaboteert
willen - wilde - gewild
haten - hate - gehaat
bruisen - bruiste - gebruist
goed
goed
goed
fout
fout
fout
Slide 13 - Question de remorquage
Let op!
Tegenwoordige tijd - Voltooid deelwoord (= verleden tijd)
Hij verandert - Hij
is
verander
d
Hij besteedt - Hij
heeft
bestee
d
Het gebeurt - Het
is
gebeur
d
Zij bestelt - Zij
heeft
bestel
d
Zij verbaast zich - Zij
heeft
zich verbaas
d
Slide 14 - Diapositive
bijvoeglijk naamwoord
Zo kort mogelijk
Het
geprinte
formulier
De
berechte
dief
Het
verstoten
eendje
Slide 15 - Diapositive
Meneer Hendriksen ............ maar niet op de vraag.
A
antwoort
B
antwoord
C
antwoordt
Slide 16 - Quiz
Het ............ mij.
A
irriteert
B
irriteerd
C
irriteerdt
Slide 17 - Quiz
De brief werd pas na vier dagen ....................
A
bezorgt
B
bezorgd
C
bezorgdt
Slide 18 - Quiz
.............. het vandaag of morgen?
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 19 - Quiz
Heb je nog ................... of die regel ook voor ons geldt?
A
gecheckt
B
gecheckd
C
gecheckdt
Slide 20 - Quiz
gebeurt
gebeurd
Het is vandaag ..............
Wat denk je dat er ............?
Soms ......... er helemaal niks.
Er was gisteren zoveel ................
Slide 21 - Question de remorquage
verandert
veranderd
Vandaag .... alles.
Wat denk je dat er ............ is?
Soms ......... er helemaal niks.
Er is toen veel ................
Slide 22 - Question de remorquage
In deze les
Lesdoelen
Kijk op periode 3
Werkwoordspelling: een korte uitleg + oefening
Zelf oefenen in Motile: CV en sollicitatiebrief nog niet laten beoordelen? Dat kan nu.
Slide 23 - Diapositive
Werkwoordspelling Motile
Maak de
blauwe
modules in Motile met werkwoordspelling.
Laat je CV/sollicitatiebrief checken indien je dat nog niet in les 2 of 4 hebt gedaan.
Klaar? Laat de opdrachten checken en afvinken. Ga daarna bezig met een ander vak.
Socials of spelletjes: verlaat het lokaal + absent registratie
Slide 24 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Periode 2, les 6 werkwoordspelling
Janvier 2025
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Fase 2, periode 2, les 3 werkwoordspelling STARTER
Décembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Fase 2, periode 2, les 4 werkwoordspelling gecombineerd GEVORDERD
Février 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Fase 2, periode 2, les 4 werkwoordspelling gecombineerd STARTER
Décembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Fase 2, periode 2, les 4 werkwoordspelling gecombineerd STARTER
Novembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Fase 3, periode 2 les 4 taalverzorging herhaling en spel
Décembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Periode 3 | les 4 | solliciteren deel 2
il y a 20 jours
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Fase 2, periode 2, les 3 werkwoordspelling gecombineerd
Décembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2