2.3 en 3.3 (2bk)

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Op welke alinea's let je bij verkennend lezen?
A
Inleiding en slot
B
Slot en kern
C
alleen de kern
D
Alleen de inleiding

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Je hebt op de vorige dia de titel, het plaatje en één zin gelezen van een tekst. Wat zou het onderwerp kunnen zijn van deze tekst?
A
Meisjes en onderwijs
B
Onderwijs
C
Gelijke rechten
D
Meisjes recht op onderwijs

Slide 5 - Quiz

Lees de tekst 
Jongens en meisjes hebben evenveel recht op onderwijs



(1) Jongens en meisjes hebben precies dezelfde kinderrechten. Wereldwijd gaan er 69 miljoen kinderen niet naar school, maar dat zijn veel meer meisjes dan jongens. Er zijn veel meer moeders dan vaders die nooit naar school gingen. Van de 774 miljoen analfabeten in de wereld is ruim twee derde vrouw. Hoe komt het dat er veel minder meisjes dan jongens naar school gaan en waarom is dat erg?


Gelijke rechten
(2) Alle kinderen hebben er recht op om naar school te gaan. Jongens en meisjes hebben gelijke rechten. Dat staat in het kinderrechtenverdrag dat door 193 landen is ondertekend. Daardoor zijn regeringen verplicht te zorgen voor gratis onderwijs voor alle kinderen.
 ouders educatie voor dit geslacht minder belangrijk vinden.


Slide 6 - Diapositive

Wat is het tekstdoel van deze tekst?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 7 - Quiz

'Jongens en meisjes hebben evenveel recht op onderwijs'
Dit is een mening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

(1) Jongens en meisjes hebben precies dezelfde kinderrechten. Wereldwijd gaan er 69 miljoen kinderen niet naar school, maar dat zijn veel meer meisjes dan jongens. Er zijn veel meer moeders dan vaders die nooit naar school gingen. Van de 774 miljoen analfabeten in de wereld is ruim twee derde vrouw. Hoe komt het dat er veel minder meisjes dan jongens naar school gaan en waarom is dat erg?
Op welke twee vragen gaat de rest van de tekst een antwoord geven?

Slide 9 - Question ouverte

De tekst die we lezen is een betoog. Er worden dus argumenten gegeven waarom jongens en meisjes evenveel recht hebben op onderwijs. Lees het slot en noteer welke argumenten je in de tekst tegen zou kunnen komen.
Kortom, dankzij school leren meisjes zoveel dat ze meer kans hebben op een betere toekomst, om gezond te blijven, om meer geld te verdienen, om goed voor zichzelf en de mensen om hen heen te zorgen. Zo krijgen ze dus de kans om te ontsnappen aan armoede.

Slide 10 - Question ouverte

Kortom, dankzij school leren meisjes zoveel dat ze meer kans hebben op een betere toekomst, om gezond te blijven, om meer geld te verdienen, om goed voor zichzelf en de mensen om hen heen te zorgen. Zo krijgen ze dus de kans om te ontsnappen aan armoede.

Wat is de conclusie die de schrijver trekt? Schrijf de zin over.

Slide 11 - Question ouverte

Op zoek naar signaalwoorden 
(2) Alle kinderen hebben er recht op om naar school te gaan. Jongens en meisjes hebben gelijke rechten. Dat staat in het kinderrechtenverdrag dat door 193 landen is ondertekend. Daardoor zijn regeringen verplicht te zorgen voor gratis onderwijs voor alle kinderen.

(3) Toch gaan veel kinderen niet naar school in ontwikkelingslanden. Armoede en tradities zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Veel ouders hebben geen geld om de school te betalen of voor de extra kosten voor bijvoorbeeld schoolboeken, schriften, pennen, een verplicht schooluniform of een ouderbijdrage.

(4) Daarnaast moeten kinderen van arme ouders vaak thuis meehelpen of werken om geld te verdienen voor hun familie. Terwijl hun ouders werken, moeten veel kinderen van arme ouders flink aanpakken thuis. Jongens mogen sneller naar school. Zij hoeven thuis niet zo vaak te helpen, dat is immers werk voor meisjes. Tevens worden meisjes vaker thuis gehouden, omdat veel ouders educatie voor dit geslacht minder belangrijk vinden.

Slide 12 - Diapositive

Op zoek naar signaalwoorden
(5) School is goed voor de gezondheid, blijkt uit diverse onderzoeken. Vooral voor de gezondheid van meisjes en hun nakomelingen is onderwijs goed. Het blijkt namelijk dat meisjes met een schoolopleiding minder snel besmet raken met gevaarlijke ziektes, zoals hiv en aids. Bovendien worden ze minder vaak op jonge leeftijd per ongeluk zwanger. Tot slot blijken de kinderen van meisjes met een opleiding gezonder te zijn. Kinderen van moeders met een opleiding zijn bijvoorbeeld minder vaak ondervoed, vaker ingeënt tegen ziekten en sterven minder vaak voordat ze vijf jaar oud zijn.

Onderwijs tegen armoede
(6) Kinderen die naar school gaan, leren lezen, schrijven en rekenen. Daarnaast krijgen ze meer zelfvertrouwen, en dat geldt voor zowel jongens als meisjes. Schoolgaande meisjes verdienen later meer geld dan meisjes die nooit naar school gingen. Tevens blijkt dat meisjes, nadat ze een opleiding hebben gevolgd, beter voor zichzelf zorgen en voor de mensen om hen heen. Doordat ze een opleiding hebben gevolgd maken deze meisjes slimmere keuzes, voor zichzelf en voor hun toekomst.
(7) Kortom, dankzij school leren meisjes zoveel dat ze meer kans hebben op een betere toekomst, om gezond te blijven, om meer geld te verdienen, om goed voor zichzelf en de mensen om hen heen te zorgen. Zo krijgen ze dus de kans om te ontsnappen aan armoede.


Slide 13 - Diapositive